In de rubriek Vrije Geest laten wij inspirerende denkers aan het woord, die platgetreden paden vermijden. Deze keer gaat onze redacteur Annemarie Bergfeld in gesprek met bioloog, ontdekkingsreiziger en verhalenverteller Arita Baaijens. Zij zegde haar baan op om in haar eentje naar de woestijn te trekken.
Risico’s
“Ik wist dat ik risico’s nam, misschien riskeerde ik zelfs m’n leven. De woestijn, die zo onvoorstelbaar mooi is, is ook een roofdier dat je op kan vreten. Toch zegde ik m’n baan op om in m’n eentje naar de woestijn te trekken, de drang was te groot. Toen kon ik het nog niet precies onder woorden brengen, achteraf realiseerde ik me dat ik dit wilde om de verantwoordelijkheid eens bij mezelf te leggen. Ik vond het leven hier zo weinig uitdagend. Is je fietsband lek, dan ga je naar de fietsenmaker. Verdwalen kan niet, want overal staan bordjes. In de woestijn kun je de verantwoording niet bij een ander leggen of denken: ik kan het niet.
Kracht
Na die eerste reis ben ik twintig jaar lang elke winter voor vier, vijf of zes maanden naar Afrika teruggegaan. Ik leerde dat alles in de woestijn extreem is. In Nederland houden we van het grijze midden, een beetje van dit en een beetje van dat. Dáár is geen middengebied, het is haat óf liefde, leven óf dood. Al je zintuigen komen er tot leven en elke stap die je zet heeft consequenties. Soms was er ook paniek. Als ik verdwaalde en de oase waarvan ik wist dat ik er dichtbij moest zijn niet kon vinden. Maar angst kun je ook omzetten in kracht. Ik kon opeens dingen waarvan ik dat nooit had gedacht. Kamelen repareren bijvoorbeeld. Kamelen hebben dunne voetzolen. Als ze veel over rotsen lopen slijten die en kan een klein steentje al een flinke wond veroorzaken. Daar zat ik dan, grote leren lappen onder kamelenvoeten te naaien. Ik kón het!
Troost
Ik liep altijd met drie kamelen. Het zijn lastige creaturen, maar voor mij zijn het de dragers van mijn dromen. Zij hielden ook van mij, want al droegen ze het zelf, ik was de enige die bij hun eten kon. Zelf hallucineerde ik soms over patat en bier. Toen ik na jaren zwerven door Egypte mijn blik naar de Soedanese woestijn verlegde, nam ik in een geheim vakje van de zadeltassen wat troostvoedsel mee. Soedan is gevaarlijk, ik had drie mannen ingehuurd om me te begeleiden. Ik wist dat er momenten zouden komen dat we onenigheid kregen. En die kwamen. Op zulke dagen sprak ik mijn geheime voorraadje aan. Dan liep ik me de hele dag al te verkneukelen: vanavond eet ik die reep chocola helemaal op. Op zo’n moment voel je extra sterk hoe troostend voedsel kan zijn. Arita Baaijens: ‘Angst kun je omzetten in kracht.’
Verwondering
Mijn leven bestaat uit grote tegenstellingen. Samen vormen ze een mooi geheel. Als ik een halfjaar thuis in Amsterdam ben geniet ik van de stad. In de bush ben ik altijd de uitzondering, hier val ik niet op. Maar ik zou de stad niet volhouden als ik niet wist dat ik weer weg kon. Mijn tuin heb ik ook nodig als ik hier ben. Daar kan ik me net zo verwonderen als in de woestijn of het regenwoud. Ik zit gerust een halfuur te kijken hoe een naaktslak zich voortbeweegt of waar de mieren naartoe op weg zijn.
Obsessie
Na twintig jaar was de betovering voorbij. Ik denk dat de woestijn me geleerd had wat ik te leren had en toen zei: donder nu maar op. Ik zat diep in de put en wist dat er maar één manier was om eruit te komen: een nieuwe obsessie vinden. Hoe die er precies uit moest zien, wist ik niet. Wel had ik een idee over de vindplek: een gebied met een cultuur en taal die ik nog niet kende, groot genoeg om in te verdwalen en met een extreem klimaat. Dan kan ik op de toppen van mijn kunnen leven. Dat is wat ik wil.
Wijsheid
Zo kwam ik na Afrika in Siberië terecht, op zoek naar een legendarisch paradijs dat in het Altajgebergte te vinden zou zijn. Wij zien de natuur als een supermarkt waaruit we nemen wat we willen. De natuurvolken die ik bezoek zijn geen heiligen – zij kappen ook bomen om waarvan ik zou zeggen: laat ze liever staan – maar wat vaststaat is dat ze onlosmakelijk verbonden zijn met de natuur. Ze nemen niet meer dan nodig is en ze halen er hun wijsheid uit. In de Altaj heb ik voor het eerst een landkaart gemaakt waar niet alleen bergen en rivieren op staan maar ook de mythologische en heilige plaatsen, de herinneringen die de mensen eraan hebben en de morele waarden die ze eraan verbinden. Dit was de eerste van de serie Deep Maps die ik sindsdien maak, kaarten op het snijvlak van wetenschap, kunst en traditionele kennis.
Werkelijkheid
Afgelopen winter was ik in Papoea Nieuw-Guinea. Bij de Kosua-stam wilde ik leren wat zij weten en begrijpen van de natuur. Ook hier merkte ik weer dat wetenschappers op een beperkte manier naar de wereld kijken. Observaties en ervaringen die niet in een getal te vatten zijn, doen er voor hen niet toe. Toen ik met een jager door het oerwoud liep, ergerde ik me aan de hitte en de insecten die me beten. Ik keek alleen maar naar m’n voeten om niet over alle boomwortels te vallen. Tot hij me vertelde wat de vogels om ons heen hem vertelden: ‘Deze zegt dat we straks iemand gaan ontmoeten, die zegt dat we vandaag een wild zwijn gaan vangen.’ Opeens leken de bomen te wijken en ontstond een landschap van geluid. Wat hij me vertelde deed mijn beleving honderd procent kantelen. Deze mensen lezen het landschap.
Openbaring
Ik wist niet of ik in Papoea Nieuw-Guinea zou gaan redden wat ik me had voorgenomen: in een steile vulkaankrater afdalen waar de natuur 250.000 jaar met rust was gelaten. Toen ik na drie dagen lopen door tropisch regenwoud bij de vulkaan aankwam zei de chief, een man van in de zeventig: ik ga mee. Zijn vrouw wilde ook mee. Ouderdom is daar totaal geen thema. Om te overleven moet iedereen blijven buffelen. Ze lopen twee uur naar de bushtuin om eten te halen en sjouwen twee uur terug met twintig kilo groenten. Ze zijn supernieuwsgierig en intelligent. Winkels zijn er niet, ze moeten alles zelf maken. Zelfs als je een touwtje nodig hebt, maak je dat zelf. Kinderen doen ook gewoon mee. Voor mij was het flink afzien. Tien weken door de bush lopen, de krater in – het lukte! – en ook nog eens een beperkt menu. Elke keer als ik van een reis terugkom, wacht een groepje vrienden me op Schiphol op. We gaan meteen zitten, bestellen wijn en bitterballen en ik doe in één keer m’n verhaal.” Meer info op: aritabaaijens.nl Fotografie: Lode Greven
Lees ook:
Vrije Geest – Joshua van Eijndhoven 7x fijne plekken voor een zomerse picknick Logeren in bijzondere vissershuizen in Port-en-Bessin