We mogen rondkijken in de prachtige tuin van Judith van der Kleij. Het meest geniet zij van alle zaailingen die spontaan buiten de perken wandelen. Bekijk hier haar tuin.
Oerwoud van hortensia’s
Tachtig hortensia’s in buxusvakken kleurden negen jaar geleden nog het erf van De Brengen berg. De traditionele boerentuin lag naast het boerderijtje dat Judith van der Kleij en Hugo van Andel kochten in het Gelderse Laren. “Het huis was al goed verbouwd, de ligging was prachtig en de ruimte rondom bood allerlei mogelijkheden”, vertelt Hugo. “De tuin was alleen een soort oerwoud van hortensia’s zonder uitzicht. Terwijl je hier wel een kilometer ver kunt kijken. Het was een van de eerste dingen die we hier hebben aangepakt.” Het stel woonde in Leiden met een postzegeltje groen achter het huis. “Ik heb daar nooit in gewerkt”, vertelt Judith. “En ik wist ook niet veel van tuinieren. Maar dat was ook juist de uitdaging; de verhuizing naar de Achterhoek moest prikkelen tot een nieuwe periode in ons leven.”
Toekomstgericht beplanten
Stapsgewijs liet het stel de oude tuinstructuur los. De hortensia’s werden behoedzaam uitgegraven en verdeeld onder belangstellenden. Een groot aantal kreeg een nieuwe plek op landgoed Verwolde, even verderop. Hekken rondom verdwenen om de zichtlijnen te openen en verbinding met het landschap te maken. Om dezelfde reden maakten de tuiniers openingen in de oude buxus en beukenhagen. De vakken werden bovendien verruimd in het voordeel van nieuwe vaste planten. Bij het uitzetten van die grote lijnen kregen ze hulp van tuinontwerpster en dorpsgenoot Ria Markvoort, bij wie Judith in de leer ging. Zo hielp ze het terrein toekomstgericht in te planten. “Als het onderhoud ons op een dag te veel wordt, kunnen we de tuin in dit ontwerp makkelijk kleiner maken”, vertelt Judith. “De borders achter de beukenhaag zouden we bijvoorbeeld kunnen ruimen. Dan wordt dat weer gazon, zoals voorheen. Vanaf ons terras kijken we dan nog steeds op een mooie bloementuin.” Ook het idee voor een notenboom op de grens van tuin en weiland komt van Ria. Hij vormt inmiddels een bescheiden parasol boven een terras. “Onze favoriete plek om met mooi weer ’s avonds te eten. Het uitzicht over de landerijen is er prachtig, je ziet de reeën in de verte lopen. En de geur van notenblad zou de muggen verdrijven”, aldus Hugo.
Geen enkel jaar hetzelfde
Tijdens bezoekjes aan inspirerende tuinen en kwekers raakte Judith gecharmeerd van hoge vaste planten en siergrassen. Thuis probeerde ze mooie combinaties uit en bestudeerde ze het karakter van onder meer Salvia’s, Monarda’s en rudbeckia’s in weelderige composities. “Ik besloot dat planten hier zelf hun gang mogen gaan. Ik vind het heel leuk om te ont dekken wat er door de seizoenen heen gebeurt in zo’n border. Als planten zich misdragen, grijp ik in. En als ik een stuk te saai vind, pak ik het ook aan.” Volgens Hugo hebben de planten bij Judith ‘voetjes’: ze staan regelmatig ergens anders. “Geen enkel jaar staat het hier het zelfde”, beaamt de tuinvrouw. “Vaak zit ik ’s zomers al te kijken wat ik wil veranderen. Maar dan houd ik me toch in. Omdat ik benieuwd ben naar wat er nog komt. Een laat bloeier als Helenium kan een compositie ineens toch dynamisch maken. Bovendien vind ik de borders juist in het najaar vaak zo mooi.” Planten combineert ze niet zozeer op kleur, maar op structuur. Gevulde bloemen wisselt ze op gevoel af met ijle pijlen, stekelkopjes, schermbloemen en pluimen van grassen. Op die manier is het tuinbeeld tot diep in de winter spannend. “Judith heeft me geleerd dat planten na de bloei nog steeds mooi kunnen zijn met hun structuren en silhouetten”, aldus Hugo.
Slaapmutsjes en zonnehoedjes
Sommige planten reizen de hele tuin door voordat Judith de beste plek gevonden heeft. Zo staan de kogeldistels eindelijk op hun plek in de oude buxusborder. “Ze stonden te ver naar achteren. En ik tuinier natuurlijk niet voor het mooie uitzicht van de buren.” Ook met een kwakkelende varkenskervel was Judith lang zoekende. “Deze schermbloemige lijkt wel wat op berenklauw. Prachtig vind ik hem. Vorig jaar deed hij het eindelijk. En nu is hij verdwenen. Dat geeft ook te denken; wil ik een plant wel als hij zó moeilijk is?” Als er gaten vallen in een border, stopt Judith deze met eenjarigen die ze zaait in de kas. De goudsbloemen, slaap mutsjes en zonnehoedjes gaan de hele tuin door. Veel eenjarigen en vaste planten zaaien zich ook spontaan uit in de border. En daarbuiten! “De mooiste verrassingen hier komen op buiten de perken. Veel mensen halen ze te snel weg omdat het rommelig oogt. Ik wil eerst zien welke plantjes het zijn. Soms graaf ik ze uit en gaan ze ergens een border in. Maar vaak laat ik ze staan. Zoals de pol vedergras die hier gewoon tussen de stoeptegels groeit. Net als bij Piet Oudolf. Bezoekers lopen eromheen en hebben er echt even aandacht voor, zo leuk.” TEKST: MIRJAM ENZERINK | BEELD SIETSKE DE VRIES