Nieuwe column: ‘Ik vertrek naar het platteland’

Marloes Blom

28 september 2021

verhuizen platteland

Margreet Feenstra en haar man Erick wonen zes kilometer buiten het historische plaatsje Wijk bij Duurstede. Ze kochten een huis met twee schuren en een boomgaard met 21 hoogstamfruitbomen, hebben kippen, een rode kater en verhuren een vakantiehuisje. Hoe idyllisch is het eigenlijk om naar het platteland te verhuizen? Margreet deelt het met Seasons in een maandelijkse column. Deze week Column 1: wennen aan het idee.

We gaan een vrijstaand huis bekijken in Wijk bij Duurstede. Het is dat mijn man er zo enthousiast over is, zelf vind ik het niks. Op de foto’s van de makelaar: een donkereiken keuken uit 1975 met lichtbeige tegeltjes in bloempatroon, een woonkamer met donkerbruine sierbalken aan het plafond en donkerbruine raamkozijnen. “Vreemd, de badkamer zit op de begane grond”, meld ik. “Hmm…” antwoordt mijn man. We rijden kilometers over de dijk. “Wat ligt het afgelegen.” “Lekker vrij”, antwoordt hij. Ik schrik. Hij moet wel weten dat ik mee ga kijken om hem een plezier te doen, gewoon als uitje, niet omdat ik serieus geïnteresseerd ben in deze plek. “Het zal wel niks zijn”, probeer ik. Hij zucht. “We gaan gewoon even kijken.” Goed, we gaan gewoon even kijken. Het is een grijze dag. Daar staat het: een huisje met een puntdak. Erachter een hoge dijk. De kozijnen, deuren en boeiborden: saai grijs. “Zie je, dit is niks voor ons. Stijlloos”, mopper ik. “Klein ook.” “Wacht nou maar af.” We parkeren de auto en stappen uit.

In de voortuin een heg van berberis waar ik mij meteen aan prik. Links van het huis een schuur met een dak van doorgeroeste golfplaten en wanden van pallets en oude deuren. Een schaap steekt de kop uit de deuropening. “Kijk nou”, wijs ik gniffelend. Het ruikt naar mest, natte schapenwol en vochtige aarde. Zelfs het schaap is grijs. Van de modder. Over het grindpad komt iemand ons tegemoet. “Op het platteland neem je de achterdeur”, zo begroet een vrouw ons glimlachend. We krijgen een rondleiding. De bijkeuken is gróót, allemachtig. De keuken nóg groter. En de woonkamer lijkt wel een aquarium, zo licht. Ja, mooi. Maar verder? Dit pand heeft toch geen smoel! In de woonkamer ga ik aan de eettafel zitten, met mijn gezicht naar het weiland. En dan gebeurt het. Dit is het. Dit uitzicht, die ruimte, dat licht: geweldig.

In de dagen erna resumeert mijn man de voordelen van het huis: vrijstaand, 3200 m2 eigen grond, een boomgaard, een leuk project met tal van mogelijkheden. Ik begin te fantaseren. Wat als ik hier een theetuin begin? En een minicamping. Een ijssalon. Een workshopruimte. Een galerie. Een bed and breakfast. Een beeldentuin! Tijdens een tweede bezichtiging vragen we Derde Zus mee. Het regent die dag pijpenstelen. Wat ziet het er aftands uit in de regen. “Mmm, het ruikt lekker landelijk hier”, zegt ze. Ik knik halfslachtig. Zal ik aan deze geur kunnen wennen? Is de riolering soms kapot? Of staat de kelder blank? “Hier kun je een droom realiseren”, zegt Derde Zus. Mijn man haalt opgelucht adem. “Je moet eens wat positiever zijn”, werpt hij me toe. Ik knik betrapt.

verhuizen platteland verhuizen platteland verhuizen platteland verhuizen platteland

CREDITS: TEKST & FOTOGRAFIE MARGREET FEENSTRA

Meer lezen