Een leven zonder haar kudde kan schaapherder Daphne Hogeweg zich niet voorstellen. Ze is álle dagen buiten en is ronduit gelukkig met haar zwerversbestaan, zo midden in de natuur. Na haar studie vertrok ze naar Texel omdat ze zocht naar een manier om haar liefde voor dieren en de natuur te combineren. Om erachter te komen of het herdersvak iets voor haar was, leasde ze een kudde schapen. Tegenwoordig heeft ze haar eigen kudde en woont ze nog steeds op Texel. Hoe belangrijk zijn de schapen voor je? “De schapen zijn mijn leven! Het eerste waar ik aan denk als ik ’s ochtends wakker word zijn zij: hoe is het met ze? Wat gaan we doen? Waar gaan ‘we’ grazen? Ze staan absoluut op één, 365 dagen per jaar, zelfs als ik op vakantie ben, ben ik dag en nacht bereikbaar voor de vrijwilligers die mijn werk overnemen. Mijn honden zijn overigens ook heel belangrijk. Maar de schapen komen op de eerste plek, altijd. Daarna komt de rest van ons leven. Ik ben blij dat mijn vriend Jesse dat snapt en het niet erg vindt.” De schapen zijn natuurlijke grasmaaiers? “Eigenlijk ben ik bij de schapen in dienst, zij zijn de natuurbeheerders. Zij kortwieken het gras tussen de hei, gaan de vergrassing tegen in de duinen en doen aan ‘exoten beheer’, ofwel: zij zorgen er al etend voor dat inheemse planten niet worden over woekerd door berenklauw en vogelkers. Ik zorg ervoor dat zij daar lopen waar het nodig is en het zo goed mogelijk hebben en optimaal functioneren.” Heb je in de winter een ander leven? “In de winter hebben we het rustiger, maar dat wil niet zeggen dat de schapen minder eten. Eerder meer; ze hebben voldoende brandstof nodig om zich warm te kunnen houden in regen en wind. Op dit moment zijn de meeste schapen op Texel. In sommige duingebieden van Staatsbosbeheer werken we door, andere plekken hebben pauze, omdat de natuur ’s winters ook in rust is. Dan graast de kudde deels buiten het duin, bij boeren op het grasland. Die worden daar heel blij van, want de schapen eten het oude gras weg en trappen de bodem mooi aan. Eind april wordt het drukker. Dan maak ik een puzzel: in welke groepen gaan ze naar welke natuurgebieden? Hoeveel schapen gaan er bijvoorbeeld grazen in de duinen van Castricum? Wanneer gaan ze op transport en in de veewagen en op de boot? Hoeveel blijven er hier? Deze winter komen er zo’n tien of vijftien lammetjes bij, niet meer. De rammen laat ik castreren. Ik houd de schapen niet voor het fokken en niet voor de slacht. Ze zijn natuur beheerders, dat lijkt me meer dan genoeg.” Hoeveel kilometer leggen jullie af per dag? “Gemiddeld zo’n tien kilometer. Dat valt dus mee. Het gaat hapjestapje, hapjestapje en vaak lopen we in grote cirkels. Ik heb mijn camper bij het raster staan waar de schapen ’s nachts verblijven en daar komen we meestal ook weer terug, tenzij het raster moet worden verplaatst. Vaak maak ik twee grote wandelingen op een dag, tussendoor gaan de schapen herkauwen. ’s Zomers sta ik rond half vijf op en ga ik maar door en door tot schemertijd, nu zijn we rond zessen wel klaar.” Ken je al je schapen? “Ja, ik ken ze allemaal. Ik kan ze niet tellen, maar ik weet precies wie wie is. Een aantal heeft ook een naam. De schapen worden vernoemd naar een gebeurtenis of naar (school)kinderen die de kudde bezoeken. Zo heet een schaap Maxi de taxi. Ik vertelde aan een groep kinderen hoe de schapen insecten en zaden meenemen in hun vacht… En ik heb een hele dropjesfamilie: Dropje, Kokindje, Wiebertje, dat is ook door de kinderen bedacht. Tante staat altijd vooraan als er een lammetje wordt geboren in de groep, terwijl ze zelf geen kinderen kan krijgen. Bietje loopt altijd achteraan, die moet altijd nog ergens iets eten. Als ik Bietje zie, dan weet ik dat de kudde compleet is. En dan heb je nog de ‘twee dames’, zij zijn onafscheidelijk. Ze lopen altijd aan de zijkant en als ze de kans zien splitsen ze zich af. Ze vormen een kuddetje binnen de kudde. Een groot deel van de schapen wil niet opvallen en houdt zich vrij koest en blijft zo dicht mogelijk bij de kudde. Andere schapen zijn de uitgesproken leidschapen. Ze zullen wel altijd eerst mij volgen, maar de rest van de kudde beweegt dan met hen mee. Als de schapen herkauwen zie je altijd dezelfde schapen bij elkaar liggen: moeders en zonen en tantes… Dat raakt mij wel; ze hebben familiebanden. Je kunt ze niet zomaar uit elkaar halen.”
De honden werken mee? “Ja, bordercollie Ewan is al dertien. Hij is nog niet met pensioen, maar moet het wel rustiger aan doen, dus soms laat ik hem thuis bij mijn vriend Jesse. Silke, ook een bordercollie, doet het meeste werk. Zij heeft afgelopen jaar een nestje gekregen van Ewan en wij hebben twee pups gehouden: Stip en Elvi. Die worden nu opgeleid met eerst heel simpele klusjes, zoals de verplaatsingen. Dan lopen ze lekker voorop van het ene raster naar het volgende en kunnen ze de kudde drijven. Ik geef vooral veel complimentjes, dat maakt hen zelfverzekerd. Ze leren door te doen. In het begin kunnen ze nog niet alles en zijn ze bijna té enthousiast. Een enkel chagrijnig schaap kan dan ook uithalen, dat moeten we niet hebben. En dan is er nog Tyche, een altdeutsche hütehund. Als ik aan het hoeden ben op de heide, lopen er soms paden doorheen. Tyche blijft dan strak langs de kudde op en neer lopen zodat de schapen niet oversteken. Heel handig.” Wat is het mooist aan dit werk? “Ondanks al het regelwerk, de verantwoordelijkheid en de volle dagen, weken en maanden voel ik me vaak heel zen. Dankzij de schapen ben ik álle dagen buiten. Ik leef enorm in het moment. Schemertijd is het favoriete moment van de dag, de schapen grazen soms nog wat of liggen te herkauwen en ik zie vossen, reeën, damherten, allerlei vogels en als het echt donker is vleermuizen… Het is soms moeilijk om me los te maken van dit tafereel en weer naar binnen te gaan. Ik woon een deel van het jaar in mijn camper en verder woon ik met Jesse anti-kraak in een geweldige boerderij hier op het eiland met de honden, paarden en de konijnen. Het is een soort zwerversleven, zo dicht bij de natuur, daar word ik ronduit gelukkig van.”Vrolijke schapen
Daphne Hogeweg is schaap herder. Haar kudde ‘Vrolijke schapen’ bestaat uit 450 schapen waaronder Drentse en Schoone beker heideschapen, grau gehörnte heidschnucken en racka’s. Deze schapen worden met de gehele kudde of in kleinere groepjes ingezet op natuurgebieden op Texel en in Noord en Zuid-Holland, simpel weg om ‘alleen maar’ te eten. Jonge boompjes, struiken, gras, berenklauw, vogelkers worden door de ‘natuurlijke grasmaaiers’ verorberd en houden de duinen open, zodat er ruimte komt voor andere dieren en planten. De schapen nemen zaden mee in hun vacht en hoeven en zo ont staat er een prachtig open land schap. Een geweldige, natuur vriendelijke oplossing. De kudde wordt overdag gehoed door Daphne en een paar van de vijf honden. Vrijwilligers helpen met van alles. ’s Nachts verblijven de schapen in een speciaal afgebakend nachtvak. Meer weten? Kijk op vrolijkeschapen.nl CREDITS: TEKST GEMMA BOORMANS | FOTOGRAFIE ANNA RUBINGH
Meer lezen
- Hij is geboren en getogen op een flatje in Schiedam, nu beheert Mike van der Most, samen met zijn vrouw Ria, Landgoed Nienoord in het Groningse Leek, waar een kudde van 300 schapen leeft. De kudde wordt door Mike ingezet voor communicatietrainingen en demonstraties – met hulp van zijn border collies.