De Bloeimeesters is een collectief van tuinontwerpers, kwekers, beplantingsadviseurs en hoveniers die tuineigenaren willen inspireren hun tuinen te vergroenen. Elke maand licht een van hen een speciale tuinplant uit. Dit keer: tuinontwerper en beplantingsdeskundige Cor van Gelderen over Physocarpus opulifolius, oftewel blaasspirea.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
Pas in het begin van deze eeuw maakten we de doorbraak mee van de blaasspirea Physocarpus opulifolius. Dat washet gevolg van een toevallige vondst op een Duitse kwekerij van een roodbladige variant. Waar de blaas spirea normaal gesproken groene bladeren heeft, was deze toevalszaailing diep bruinrood van bladkleur.
En zoals dat gaat in de kwekerswereld, kreeg de nieuwkomer een cultivarnaam en werd al snel in flinke hoeveelheden uit stekken vermeerderd. Deze Physocarpus opulifolius ‘Diabolo’ bleek voor andere plantenveredelaars een inspiratiebron te zijn, niet in het minst door het commerciële succes van deze sterke heester, om zich ook eens wat meer met de veredeling van Physocarpus te gaan bezighouden. Voordat we het wisten waren er tientallen selecties. Sommige met nog donkerder rood blad, andere juist meer richting de bronsroodtinten. Enkele met wat kleiner blad en een compactere groeiwijze – sterker nog, zelfs bontbladige selecties werden er benaamd.”
Waar is de plant op z’n best?
“Voor een tuinontwerper is de blaasspirea vaak een heerlijke heester om te gebruiken. Hij verdraagt vrijwel alle grondsoorten moeiteloos, van arme zandgrond tot stevige klei. Het lijkt de Physocarpus ook niet zo veel uit te maken of hij in de zon, halfschaduw of zelfs schaduw staat. Hij vraagt nauwelijks enig onderhoud en verdraagt snoei goed. De Bloeimeesters proberen bij het maken van een tuinontwerp en beplantingsplan altijd uit te gaan van de natuurlijk aanwezige omstandigheden. En dan helpt het natuurlijk enorm mee als een heester niet zulke hoge eisen stelt. Stel nu dat de grondsoort een stevige klei is en je een roodbladige heester wilt die zo’n drie meter hoog kan worden. Dan zijn de mogelijkheden niet eindeloos. Japanse esdoorns vallen af, die verlangen echt een luchtige, losse bodem, en klei is, hoe vruchtbaar ook, verre van los en luchtig. De roodbladige vlier is dan een goede mogelijkheid, maar ook de blaasspirea komt in aanmerking.
Overigens zijn niet alle Physocarpus-selecties roodbladig. Groen- en geelbladig behoren ook tot de mogelijkheden. Buiten de bladkleur zijn de kleine witte of lichtroze bloemschermpjes erg attractief. Deze verschijnen vrijwel tegelijkertijd met de voorjaarsbladeren. De vruchten zijn niet groot, maar vaak wel helder gekleurd en steken dan leuk af tegen het herfstblad. Van dat herfstblad moet je niet al te hoge verwachtingen hebben. In sommige jaren verkleurt de Physocarpus best heel mooi, maar in veel jaren valt het herfstblad al snel weer af en moet je wel op precies het juiste moment naar buiten hebben gekeken.”
Mooi in combinatie met?
“De toepassingen van Physocarpus zijn divers. In stevige, onder- houdsarme heesterborders kunnen ze een belangrijke rol spelen. Denk dan aan combinaties met de pittig roze bloeiende bruidsbloem (Deutzia ×hybrida ‘Strawberry Fields’) of een heerlijk geurende boerenjasmijn (Philadelphus). Op de bodem van zo’n heesterborder kun je dan vroegbloeiende vaste planten zoals de Trachystemon orientalis gebruiken of, als je het jezelf helemaal gemakkelijk wilt maken, zo’n onverwoestbare bodembedekker als de maagdenpalm (Vinca minor) of het dikkemanskruid (Pachysandra terminalis). Maar ook als solitaire struik die in de vaste-plantenborder voor stevigheid en een ankerpunt zorgt heeft de blaasspirea een belangrijke rol. In Engeland zagen we de geelbladige Physocarpus opulifolius ‘Luteus’ gebruikt in een border met veel zilvergrijze bladplanten zoals de Santolina chamaecyparissus en de grootbladige Salvia argentea. Ook de oersterke wilg met oranje wintertakken, Salix alba ‘Chermesina’, laat zich fantastisch combineren met een roodbladige blaasspirea.”
Insectenmagneet en goed in boeketten
“Onderschat ook de functie van insecten- magneet niet. De bloemen zijn niet alleen decoratief, maar ook een voedselbron. En heb je insecten, dan krijg je als logisch gevolg ook vogels in je tuin. Voor het maken van een levende tuin is dat natuurlijk belang- rijk. De laatste toepassing die we kunnen noemen is het gebruik als snijgroen in boeketten. Met name de dieproodbladige cultivars zijn hiervoor populair, net als de selecties met rode vruchten. De takken staan gemakkelijk veertien dagen mooi in een boeket. Dus als je als tuinier je Physocarpus in de zomer snoeit, gebruik de takken dan in een boeket. Zodoende heb je er twee keer plezier van: eerst van de gedane arbeid en daarna van je boeket.”
Plantpaspoort
- Latijnse naam: Physocarpus opulifolius
- Nederlandse naam: blaasspirea
- Soort plant: heester
- Standplaats: zon of schaduw
- Grond: alle grondsoorten
- Bladkleur: groen, geel, brons, bruin, rood
- Hoogte: 100 tot 300 cm
- Biodiversiteit: aantrekkelijk voor insecten
- Disclaimer: niet eetbaar
Stel je vraag
Met ingang van het maartnummer beantwoorden de tuinexperts elke maand de meest interessante tuinvragen in onze rubriek De Tuin In. Heb jij een tuinvraag? Stuur die in naar info@seasons.nl.
De Bloeimeesters online
Op www.debloeimeesters.nl vind je inspirerende 360° voorbeeldtuinen waar je doorheen kunt ‘wandelen’, met bij elke plant praktische informatie over groei en bloei. Je kunt de planten ook via de site kopen.
Bekijk hier alle planten van de maand tot nu toe.
TEKST EN FOTOGRAFIE COR VAN GELDEREN