Voedselbos(s) op Twentse bodem

Marloes Blom

26 september 2022

voedselbos

Als ‘De Voedselboss’ pioniert Martijn Aalbrecht al zo’n tien jaar met eetbare gewassen van eigen Twentse bosbodem. Zoete vruchten, zure bessen en pittige blaadjes eet hij zo uit het vuistje of gaan thuis de pan in. Dankzij een spreiding in oogstmomenten valt hier in het najaar elke week wel iets anders te snoepen.

Achter het hek van Martijn Aalbrechts voedselbos wacht een eetbaar paradijs. De smalle kruip-door-sluip-door-paadjes maken een wandeling over zijn halve hectare bos tot een avontuurlijke, culinaire expeditie. Onder laaghangende appel- en amandeltakken door, langs geurende munt en wilde marjolein – brandnetels trotserend – gaan we op zoek naar de zoete gele vruchten van een Russische kornoelje.

“Sommige bezoekers vinden het hier maar een rommeltje”, zegt Martijn lachend. “Ik noem het liever romantisch. Kruiden, fruit, noten, eetbare blaadjes, wortel- gewassen; alles staat hier kriskras door elkaar. De enige die precies weet waar alles staat ben ik. Want er is natuurlijk wel degelijk een bepaalde opbouw, alleen niet in strakke rijen naast elkaar. Omdat ik dit gewoon veel leuker vind; ik kan hier blijven ronddwalen en steeds weer nieuwe ontdekkingen doen.”

Ecologische kringloop

Voedselbossen zijn hip. Alleen al in Overijssel wordt er elke week wel eentje opgestart, weet Martijn. Als Voedselboss adviseert en begeleidt hij particulieren, groene projecten en toekomstige voedselbosboeren. Tien jaar geleden zette hij de eerste stappen op eigen bosbodem. Niet ver van zijn huis in het Twentse Beckum kocht hij een halve hectare bosgrond. “Heel cliché misschien, maar toen onze tweeling werd geboren voelde ik de behoefte om iets te creëren voor de toekomst. Ook wilde ik mijn dochters graag laten zien hoe groenten en fruit groeien op een manier die goed is voor de natuur.” Volgens Martijn levert een moestuin weliswaar productie op, maar draagt die teelt niets bij aan de ecologische kringloop. “Waar de natuur normaal gesproken zich langzaam tot bos ontwikkelt, begin je bij een moestuin elk jaar weer met een kale bodem.

Je blijft dus in de beginfase van successie, zoals dat heet.” In Engeland volgde Martijn, die toen nog econoom was, verschillende cursussen bij voedselbosautoriteit Martin Crawford. “Desondanks maakte ik hier fout op fout. Ik had haast en ben direct fruit- en notenbomen gaan planten. De helft ging dood. De pH-waarde van de grond bleek 3,5 te zijn; zo zuur dat het bijna onmogelijk was om er iets te planten. Ik realiseerde me ineens waarom boeren dit stuk grond vroeger al links lieten liggen; iets verbouwen gaat veel makkelijker op vruchtbare grond.”

Lees ook: 4x verschillende grondsoorten (en hoe je die verbetert) & Meekijken op een bosboerderij – met o.a. Tamworth varkens & Brandrode runderen

Driehonderd gewassen

Martijn zette pioniersboompjes als berken, linden, elzen en wilgen in voor een natuurlijke bemesting. Penwortelaars als smeerwortel en mierikswortel doorboorden de bodem en zorgden zo voor drainage van de natte gedeeltes.
“Ik had het bijna opgegeven”, bekent Martijn. “Niemand wist er ook van. Ik was te onzeker of het wel ging werken. Tot vier à vijf jaar geleden de eerste bessen en vruchten verschenen.”

Verspreid over het perceel staan zo’n driehonderd verschillende gewassen. Martijn plantte ze aan in de zogenoemde zeven lagen; van kruinlaag tot kruidlaag. “Ik werk graag met kleine bessenstruiken. Vooral omdat mijn oppervlak beperkt is; grote bomen nemen dan zo veel ruimte in. Hier staan heel veel soorten die elkaar in oogsttijd opvolgen. Zo heb ik elke week iets anders om te snoepen.” Zoals de vruchten van de herfstolijfwilg (Elaeagnus umbellata). In deze tijd van het jaar hangen ze groen en sappig tussen de kleine blaadjes. “Ze hebben een klein zuurtje, zoals de aalbes. Ik vind ze vooral heel lekker in de jam. Maar er zijn inmiddels ook soorten die veel zoeter zijn. Dat heeft alles te maken met de stijgende populariteit van voedselbossen; kwekers gaan overal op zoek naar onbekende soorten en nieuwe variëteiten.

Ontzettend leuk, want zo blijf ik aan het ontdekken.” Een ander mooi voorbeeld zijn de bessen van kornoelje. “Een aantal jaar geleden at niemand ze nog. Nu blijkt dat de Cornus in Oekraïne en Polen geen sierheester is, zoals hier, maar een vruchtstruik. Ik verwacht dat de dikke kersen van de grootvruchtige kornoelje, Cornus mas ‘Jolico’, over een paar jaar hier ook in de supermarkt liggen, tussen kaki en kiwibessen.”


De bessen van de meidoorn-cultivar ‘Zbigniew’.

Lekkere crunch

Aan de voet van een moerbei ligt een groot stuk antiworteldoek. Op die manier bestreed Martijn al zeer succesvol de brandnetels op veel plekken in het bos. “Het stond er hier vol mee. Eén methode die je dan kunt toepassen is afwachten tot de bomen voldoende schaduw geven. Dan trekken brandnetels zich vanzelf terug. Maar dat kan wel twintig jaar duren. En dan kijk ik toch liever tegen andere eetbare planten aan dan tegen brandnetels. Vandaar dat ik de natuur een handje help.”

Waar de brandnetels al zijn verdwenen, staan nu talloze eetbare planten in de kruidlaag. Opvallend genoeg zitten daar ook tuinplanten tussen als hosta, sedum en daglelie. “Ze geven niet heel veel smaak, maar de bloemen staan mooi in de salade en de blaadjes zorgen voor een lekkere crunch.” Martijn wijst op een weelderig stukje vol verschillende bladvormen. “De een ziet een zooitje planten, ik zie alleen maar eten”, zegt hij lachend. “Hier staat onder meer brave hendrik, die je kunt eten als spinazie, maar ook mierikswortel. Heerlijk in de zelfgemaakte mayonaise.”

Lees ook: Zo combineer je een hosta met schaduwplanten, en meer

Een flinke pol mierikswortel

Bessen voor de vogels

Kauwend op een blaadje van de Franse uiensoepboom (Toona sinensis) lopen we dieper het bos in. Een Chinese tamme kastanjeboom begint haar bolsters al te verliezen. Martijn koos voor deze exoot die goed resistent is tegen de oprukkende kastanjeziekte. Verderop staat een veldje vol met verschillende uien. Martijn plukt vooral van het loof om salades pittiger te maken. “In de tuin staan heel veel bladplanten waar we salades van maken. Blaadjes die misschien van zichzelf geen uitgesproken smaak hebben, maar in combinatie heel lekker zijn, zoals knoflookmosterd (Peltaria alliacea), akeleiblad en spinaziezuring.”

Vast ingrediënt in de salades is ook een blaadje van de Japanse peperstruik, waarvan Martijn diverse soorten heeft staan. “Een paar blaadjes zorgen voor flink wat pit.” En er is meer lekkers uit Azië, zoals het grote blad van Japans hoefblad, dat de smaak heeft van selderij. En op boomstammetjes in de schaduw van vlinderstruiken groeien shiitake-paddenstoelen, belooft Martijn. Maar helaas blijken die al geoogst door de slakken. “Ik deel mijn bos met de dieren. De hazelnoten zijn al weg voordat ze rijp zijn. Het gros van de bessen is voor de vogels. Maar dat vind ik niet erg. Ik word er juist heel blij van als ik hier allerlei vogels hoor en de wilde bijen zie vliegen op de vuilboom (Rhamnus). Ik ben een natuurlijke imker en heb hier kasten met honingbijen staan voor de bestuiving. Maar zodra ik constateer dat ze de wilde bijen verdringen, stop ik daarmee.”


Een bordje vol eetbare blaadjes van onder meer Franse uiensoepboom (Toona sinensis) en knoflookmosterd (Peltaria alliacea)

De Chinese tamme kastanje (Castanea mollissima) is resistent tegen de kastanjeziekte.

Speeltuin

Na tien jaar levert het voedselbos Martijn nu jaarrond kleine porties groenten, eetbare bloemen, specerijen, kruiden en fruit op. Maar zelfvoorzienend is hij niet. En die behoefte is er ook niet. “Het is niet realistisch om al je voedsel uit het bos te halen. Bovendien is dit voor mij veel meer een speeltuin dan een productietuin. Ik kan hier van alles uitproberen, fouten maken en leren. Die kennis gebruik ik weer om anderen te helpen.”

De groeiende belangstelling voor voedselbossen noemt Martijn hoopvol. “Een voedselbos zal niet de oplossing zijn voor alle problemen die nu spelen op het gebied van voedselvoorziening en milieu. Maar het kan wel een stukje in de puzzel zijn.”


In de zelfgebouwde, passieve
kas bij Martijns huis staan exotische gewassen als papaja en banaan.

CREDITS: TEKST MIRJAM ENZERINK | FOTOGRAFIE TRUI HEINHUIS

Meer lezen

  • Geen worteltjes, wel bonen: Nelleke de Heer leerde gaandeweg wat er wel en niet gedijt in haar moestuin op kleigrond. Hovenier Paul Metselaar hielp haar om moes- en sierplanten te combineren en nu is haar tuin een kleurrijke oase in de winderige Purmerse polder. Lees hier alles over moestuinieren op kleigrond.
  • Prachtig vinden we de bostuin van Gerrit Raven op de Veluwe. Ondanks de schaduw wist hij een schilderachtige bos- en rotstuin te creëren, met volop kleur. Gelukkig deelt hij met ons zijn favoriete planten én zijn beste tips voor een rotstuin.
  • In Seasons elke maand de rubriek ‘Groene Geest’: gesprekken met denkers die platgetreden paden vermijden. Deze keer praten we met groenliefhebber, ondernemer, en doorzetter Suzanne van Straaten – oprichter van Sprinklr, Nederlands nr. 1 webshop in biologische tuin- en kamerplanten.