Wandelen op Santa Maria in de Azoren

Marloes Blom

15 oktober 2022

wandelen Azoren

Stipjes in de oceaan zijn het, de negen Azoren, elk met een eigen karakter. Santa Maria is van het rustige soort. In vijf dagen kun je het hele vulkaaneiland bewandelen, van shelter naar shelter, door groene heuvels, witte dorpjes en met steeds het uitzicht op de helderblauwe zee.

Dag 1: klimmen en dalen

Na een eerder bezoek aan vijf van de negen vulkanische eilanden van de Azoren, heb ik ditmaal mijn zinnen gezet op het rustige Santa Maria. En hoe beter dit idyllische eiland te verkennen dan tijdens een vijfdaagse wandeling van shelter naar shelter?

Mijn vier vrouwelijke wandelmaatjes en ik staan startklaar. De tassen laten we achter bij de receptie van de jeugdherberg in het hoofdplaatsje Vila do Porto; die zullen naar onze eerste shelter worden gebracht. Een volle dagrugzak met voldoende drinkwater en een lunchpakket is alles wat we nodig hebben. Meer dan tien kilometer is het niet, maar alsnog doen we zo’n vier uur over de wandeling naar Malbusca. Het boven op de grillige zuidkust gelegen pad doorkruist uitgestrekte, door koeien bevolkte groene velden.

Diep beneden ons werpt de Atlantische Oceaan zich tegen de kliffen. De blik op Praia Formosa, wat ‘mooi strand’ betekent, voorspelt een pittige afdaling, gevolgd door een steile klim. Afgemat maar voldaan treffen we in het midden van een groene weide ons onderkomen voor vannacht. De sleutel die toegang geeft tot alle vier de shelters past. Aan de buitenkant onmiskenbaar een herdershut, maar vanbinnen verrassend comfortabel. Na een warme douche zetten we de voedzame stoofpot die voor ons klaarstaat op het vuur, dekken de picknicktafel en openen de wijnfles. Proost, op een prachtige eerste wandeldag!


Zicht op de grillige zuidkust van Santa Maria.

De blik op Praia Formosa voorspelt een pittige afdaling.

het is heerlijk picknicken bij de shelters.

Dag 2: glibberen over het bospad

Gelukkig loeien ze ons niet wakker. Geruisloos knabbelen de koeien aan het verse gras rondom de hut. Onder aan de heuvel liggen verspreid wat huizen. Witgekalkt met rode daken en buisvormige schoorstenen die boven op brede, afgetopte piramides rusten. Ruim twaalf kilometer wandelen voor de boeg, en het eerste hoogtepunt dient zich al snel aan. Het door agaves geflankeerde pad daalt steil af naar de voet van de Ribeira de Maloás waterval. Langs zwarte basaltkolommen stort het water twintig meter naar beneden.

Dan een modderig bospad. Glibberige stenen waarbij je handen tekortkomt; waar ben ik aan begonnen? Wanneer de dramatisch boven op een rots staande vuurtoren langzaam in beeld komt, besef ik weer waar ik het voor doe. Nog maar één fikse klim in de regen en dan zetten we onze natte bergschoenen in de laatste zonnestralen te drogen. Want ja, op Santa Maria is niets zo veranderlijk als het weer. Hoewel het milde zeeklimaat voor redelijk constante temperaturen zorgt, wisselen zon, regen en wind elkaar doorgaans in sneltreinvaart af.

Een typisch Azoriaans huis.

Aan de voet van de Ribeira de Maloás waterval.

Dramatisch boven op een rots staat de vuurtoren bij het dorp Maia.

Dag 3: wijnranken en wit zand

Vandaag lopen we van het uiterste zuidoosten naar het noordelijkste puntje; op een eiland met een oppervlakte van nog geen honderd vierkante kilometer is dat prima te doen. Door dichte bossen naar het grandioze uitzichtpunt op de baai van São Lourenço, die de vorm heeft van een kraterrand. De hellingen tot aan de klifrand gevuld met terrassen vol kronkelende wijnranken. We dalen af naar het badplaatsje en strijken neer op het terras aan zee. De golven slokken het normaal zo vredige witte strand volledig op.

Vooral de Azorianen zelf brengen hier graag hun vakantie door; op de andere eilanden vind je vanwege de vulkanische oorsprong alleen zwarte lavastranden en scherp gerande rotskusten. Om boven op de klif te komen trotseren we de wiebelige stenen van het haast loodrechte wijnrankenpad dat tussen muren van vulkanische brokken is aangelegd. Een imposante rotskust ligt voor ons. Zes uur wandelen over een afstand van slechts 17,5 kilometer. Zo gaat dat hier, op Santa Maria.

Dag 4: stroompjes trotseren

We hebben nog een lange klim te gaan, dus tegen dat zonnige terrasje in Santa Barbara zeggen we geen nee. Blauwe deurposten en raamkozijnen; elk van de pittoreske dorpen heeft zo zijn eigen kleur. De slingerende asfaltweg door een duister cederwoud brengt ons naar de hoogste top van het eiland, de Pico Alto (587 meter), waar een geweldig 360 graden uitzicht op ons wacht. De afdaling stelt ons enigszins op de proef.

Je vastgrijpen aan stekelige lianen bij elke glijpartij blijkt een pijnlijke optie. Elk stroompje vereist enige studie, geen van ons wil natte voeten halen. Alsnog is het simpelweg genieten van elke stap; avontuur heeft beslist iets weldadigs. Uitblazen doen we op een fraaie picknickplek in een oude steengroeve. Kikkers kwaken vrolijk in de vijver aan de voet van een rode stenen wand. Laat in de middag bereiken we – met de teller op maar liefst twintig kilometer – de shelter Baía do Raposo.

Simpelweg genieten van elke stap tijdens het wandelen.

Het pad doorkruist uitgestrekte groene velden.

Dag 5: door de rode woestijn

Steil bergafwaarts, dan een schitterende roodoranje kleivlakte, de ‘rode woestijn’; het is nog net geen Australische outback. Op het terras aan het in zee gebouwde natuurbad van Anjos pauzeren we onder een enorme parasol. Een korte regenbui spant samen met de wilde golven om ook de laatste zwembadrand te verzwelgen.

Dan volgt de eindeloze wandeling langs de vlakke westkust, die bijna geheel ingenomen wordt door de buitenproportioneel grote luchthaven, in de Tweede Wereldoorlog aangelegd als Amerikaanse luchtmachtbasis. In die tijd kon je het eiland nog dichtbevolkt noemen, nu heeft de natuur de grootste vinger in de pap en voelt zelfs de terugkeer in het hoofdplaatsje Vila do Porto als een duik in een zee van rust.

Dwars door de rode woestijn

Ook wandelen? Mee met Judith

Op de women only reis van Vita Walking worden de shelters (zes slaapplekken) van Ilha a Pé niet met anderen gedeeld. Naar verwachting zal de ‘wandelverslaafde’ Judith, die ons begeleidde, in juni 2023 weer twee vertrekken organiseren en begeleiden, één alleen voor vrouwen, de week daarop kunnen ook mannen aanhaken. Check de website voor de juiste vertrekdata: www.vitawalking.nl.

Herdershut-de-luxe

Ilha a Pé (eiland te voet) – opgericht door de Fransman Ioannis Rousseau en zijn Portugese vrouw Rita – heeft deze vijfdaagse rondwandeling van 80 kilometer op Santa Maria mogelijk gemaakt. Na opening van de wandelroute in 2015 kocht het stel, dat met hun twee kinderen op Santa Maria woont, vier oude herdershutten en richtten deze smaakvol en goed uitgerust in met houten meubels, luxe douches en biologische toiletten. Bij aankomst in een shelter staat alles klaar: een heerlijke stoofpot die alleen nog opgewarmd hoeft te worden, flessen wijn (naar wens) en manden vol etenswaren voor een voedzaam, gevarieerd ontbijt en een zelf samen te stellen lunchpakket. Met water uit de kraan kan je je fles vullen. www.ilhape.com

Tip: neem goede wandelschoenen, een regenjas en zonnebrandcrème mee. Een wandeling kun je altijd inkorten door een taxi te bestellen in een van de dorpen.

Reiswijzer: 4 tips voor Santa Maria

  1. Santa Maria behoort, samen met het grotere São Miguel, tot de oostelijke eilandengroep van de Azoren. In de zomermaanden vliegen zowel TUI als Transavia op São Miguel en kan je de ferry pakken naar Santa Maria (3-4 uur). Vanuit Lissabon vertrekt Azores Airlines het hele jaar door dagelijks naar Santa Maria, soms rechtstreeks, soms met overstap in São Miguel. azoresairlines.pt/en
  2. In stijl overnachten kan in Quinta do Falcão, quintadofalcao.pt
  3. De jeugdherberg in Vila do Porto is verrassend comfortabel (met zwembad), azoresyouthhostels.com/en
  4. Heerlijk en gezellig eten kan in de Central Pub aan de lange, hellende hoofdstraat van Vila do Porto.

CREDITS: TEKST & FOTOGRAFIE MONIQUE VAN GAAL

Meer reis- en wandelinspiratie

  • In het westen van Normandië strekt het schiereiland Cotentin zich uit richting de Engelse zuidkust en eindigt in Cap de la Hague, een vergeten stukje wild natuurschoon waar het heerlijk wandelen is over het eeuwenoude pad van douaniers en smokkelaars.
  • Houd je van wandelen – en leg je het liefst grote afstanden af, wandelend en/of hard lopend? Dan kun je je hart ophalen aan het boek ‘Follow the coast’, waarin de Europese kustlijn wordt gevolgd. Hier delen we de wandeling langs het Zwin, België.
  • Meer dan duizend eilanden rijgen zich aaneen langs de kust van Kroatië, elk met zijn eigen sfeer. En dan die zee: blauwer dan blauw. Journalist Kat De Baerdemaeker stapte aan boord van een traditionele tweemaster en verkende een paar van die parels.