Eigenlijk had Annabelle Tugby maar één wens: haar cottage op het Engelse platteland moest een warm nest vol geborgenheid worden. Wat dat betekent? Aardetinten en materialen met een hoge aaibaarheidsfactor. Plus: speciale aandacht voor ambachtelijke details.
“We kochten geen huis, maar een verhaal. De vorige eigenaren, Maggie en Marshall, woonden er veertig jaar. Bij mijn eerste bezichtiging voelde ik het meteen: de romantiek, de gelukkige jaren van het stel.” Annabelle Tugby was daar gevoelig voor, zeker toen, erkent ze. Een pittige scheiding had het leven van de architect en dat van haar drie kinderen danig op z’n kop gezet. Samen met Sophie, Ollie en Jude hunkerde ze naar een ‘warm nest’. Ze vonden het in Styal, een dorpje in de schaduw van de North Woods, de donkergroene bossen niet ver van Manchester. Je waant je er op het Engelse platteland, met winding roads en lage muurtjes. Het huis, een cottage uit de achttiende eeuw, ligt aan de rand van de bebouwde kom. Het vakwerk met zwarte balken en witgepleisterde muren is typisch voor de streek.
Ze trof het oude huis in een redelijke staat aan, gedateerd maar bewoond door lieve, oude mensen. “Ik ben regelmatig bij ze op bezoek geweest”, vertelt Annabelle. “Ik wilde zeker zijn van de aankoop en vond het intrigerend om te zien hoe Maggie en Marshall het huis gebruikten. Daar heb ik veel inspiratie uit gehaald. Een aantal van hun favoriete plekjes is teruggekomen, op mijn manier, dat wel. Niet beter of mooier, maar anders.”
Deuren met hobbels en bobbels
Een van die plekjes is de badkamer, waar Annabelle in de vensterbank een zitbankje ontwierp. “Maggie en Marshall sloten de dag graag af in bad, met z’n tweetjes én een gin-tonic.” In de keuken herinnert een klein tafeltje bij het raam eveneens aan de gewoontes van de vorige eigenaren. “Er stond een ronde tafel waar ze de hele dag aan zaten. Door dat raam valt namelijk het meeste zonlicht in huis én het uitzicht is weergaloos. Het is een heel natuurlijk, cosy hoekje. Ik koos voor een bistro-opstelling, met een tafel en twee banken. Die neemt weinig ruimte in beslag en er ontstond meteen een logische looproute in de keuken.”
De keuken oogt ruim, ruimer dan de andere vertrekken. De muur naar de oorspronkelijke bijkeuken is afgebroken, vertelt ze. En een aantal oude deuren is weggehaald. Maar dat was niet de meest ingrijpende ‘aanpassing’. Om de ruimte lichter te maken, ging Annabelle ook de diepte in, letterlijk. Het verhogen van het oorspronkelijke, behoorlijk lage plafond was geen optie. “Dan hadden we de gevel geruïneerd en dat wilde ik niet.” Ze besloot om de vloer te verlagen. Een ‘delicate klus’, volgens de architect. “Bij het uitgraven was het zaak het eeuwenoude fundament niet te beschadigen.” De oude deuren zijn elders in het huis teruggekeerd. Geschuurd en witgelakt gaan ze gemakkelijk weer een generatie mee. “Je ziet en voelt de hobbels en bobbels. Dat doorleefde karakter maakt ze ‘zacht’. Zachter dan nieuwe deuren.” In de keuken heeft ze er eentje laten hangen zoals ze hem ooit aantrof. Behoorlijk toegetakeld, met verfresten en beschadigingen uit vervlogen tijden. Rauw en teder tegelijk.
Wit met een rimpeling
Het originele plafond in de keuken is gezandstraald. Sommige balken moesten worden vervangen. Die heeft Annabelle laten behandelen met een krijtverf voor een whitewash-look. De balken die nog goed waren, liet ze ‘in hun waarde’.
De kleuren en textuur van het oude eikenhout bleken “beautiful”. “Ze vormen een mooi contrast met de strakke, nieuwe tegels en het witte keukeneiland. En geven een robuust inkijkje in de leeftijd van het huis. Die enorme dikke balken geven mij een gevoel van veiligheid.” Hetzelfde deed ze met een muur in de keuken die het kale steen toont waaruit het pand is opgetrokken. Ze plaatste er een Aga-fornuis tegenaan en creëerde zo een soort tijdcapsule. In de woonkamer koos ze, na enige aarzeling, er wel voor om de balken wit te verven. Het plafond is daar een stuk lager en het is er overdag wat donkerder, niet in de laatste plaats door de oude, kleine ramen. Samen met de witte muren, twee lichtgrijze linnen sofa’s en een groot sisaltapijt voelt het er toch best ruim.
“Bij het inrichten heb ik me gefocust op natuurlijke materialen”, vertelt Annabelle. “In sommige ruimtes zijn dat de oorspronkelijke materialen van het huis, in andere heb ik wat toegevoegd. De woonkamer is overwegend wit, daar mocht wel iets ‘rimpelen’. Samen met de stoffen zorgt de bronzen bijzettafel ervoor dat het niet te klinisch is. Mijn vorige huis had ik heel minimalistisch ingericht. Alle hobbeltjes en kieren waren compleet strakgetrokken. Overal waar je keek, zag je harde lijnen. Oppervlaktes waren clean en strak. Dat wilde ik nu per se niet. De textuur van natuurlijke materialen zorgt voor speelse lijnen, voor warmte en een gevoel van geborgenheid.”
Je ziet het ook elders in haar huis. In de slaapkamer, die net als veel andere muren en balkenplafonds geverfd is in Wimborne White van Farrow & Ball, zorgt een antiek ledikant met ingelegd notenhout ervoor dat de ruimte niet te strak oogt. Hetzelfde effect heeft de oude eettafel, die tussen de keuken en woonkamer in geplaatst is. Met zijn pompeuze, sierlijk-robuuste voet haalt hij de scherpe kantjes af van het omringende wit.
Keien in de keuken
Door zijn open karakter fungeert de keuken als spil van het huis. De wanden zijn efficiënt gebruikt door er op maat gemaakte keukenkasten van essenfineer tegenaan te plaatsen die tot het plafond doorlopen. “Neutraal”, noemt Annabelle het materiaal van samengeperst hout. “Het is licht van kleur, maar niet wit, en heeft door de nerfstructuur een hoge aaibaarheidsfactor. Heldere kleuren als rood en groen vind ik mooi, maar geven een meubel of accessoire ook iets synthetisch. Dat ben ik zo veel mogelijk uit de weg gegaan. Aardse tinten doen dat niet. Die voelen organisch aan.”
De stalen buitendeuren zijn zwart. Op die manier passen ze bij het vakwerk in de gevel. Het vele glas zorgt voor extra daglicht. Een brede strook bij de keukendeur is ingelegd met keitjes. Een prettige, verrassende wending, die de grote, vierkante tegelvloer in de keuken doorbreekt. Het idee ervoor ontstond toen Annabelle buiten in de tuin paden wilde aanleggen. “In de omgeving zijn veel oude dorpskernen bestraat met kasseien. Dat hoort echt bij deze regio. Het leek me wel iets voor in de tuin. De oude paden en terrassen waren geasfalteerd. Zwart, koud en vlak. Eenmaal bezig met die prachtige keitjes voelde het heel natuurlijk om er ook binnen mee door te gaan. Ze verbinden nu buiten en binnen op een heel vanzelfsprekende manier.”
Voeten in de aarde
Op meer plekken verbond Annabelle de tuin met de leefruimte, vooral ook om wat extra bewegingsruimte te krijgen in het niet al te grote huis. Op al die plekken gebruikte ze de keitjes als stepstones voor de overgang van binnen naar buiten. Aan de achterzijde ontwierp ze bijvoorbeeld een veranda van stevige, eiken balken. Ze wijst op de ‘ambachtelijke’ verbindingen in het hout. “Details waar ik dol op ben”, lacht ze. “We kwamen ze binnen overal tegen, die prachtige pen-en-gatverbindingen.
De veranda is nieuw, maar door het gebruik van zo’n eeuwenoude methode valt het nauwelijks op.” Aan de zijkant van het huis verrees een flinke conservatory, een serre. Het is een van haar favoriete plekjes. “Die verandert continu dankzij de planten en het vele daglicht.” Het was een behoorlijke puzzel, geeft ze toe, om het historisch aanzicht van de cottage te bewaren. De serre is voor het grootste deel gemaakt van staal en glas, maar aan de kopse kant van de gevel is een frame gekomen van zwartgebeitste houten balken. Op een moderne manier versmelt de aanbouw met het oude vakwerk van het huis. Grappig detail: Annabelle besloot hier nu juist voor het oppimpen van een oud meubelstuk. “Hij is antiek, de servieskast. Tussen het groen, binnen en buiten, vond ik hem te dominant worden.”
Het had wat voeten in de aarde, de renovatie duurde bijna twee jaar, maar ze heeft er veel voor teruggekregen, zegt ze. “We zijn hier thuisgekomen. De kinderen, mijn nieuwe partner David en ik hebben onze rust hervonden.”
Ze werkt er trouwens ook graag. Op loopafstand toverde ze namelijk op ongeveer dezelfde manier een oude werkplaats om tot een studio voor haar bureau Annabelle Tugby Architects, dat in Manchester uit zijn jasje was gegroeid. “We ontwierpen eerst alleen nieuwbouwhuizen. Maar dankzij mijn eigen huis krijgen we nu aanvragen voor hedendaagse renovaties van historische panden.”
Benieuwd naar de projecten van Annabelle Tugby? Kijk op annabelletugbyarchitects.co.uk
CREDITS: TEKST LEO ALEXANDER SCHLANGEN | FOTOGRAFIE CLAIRE BINGHAM
Seasons Wonen
Heerlijk vanaf je bank binnengluren in inspirerende huizen. Én natuurlijk ideeën opdoen voor je eigen huis. Dat lukt zeker met Seasons Wonen. Daarin veel meer interieurfoto’s van Annabelle’s cottage. En we kijken binnen bij deze huizen:
- een zeventiende-eeuwse boerderij in Oeffelt
- een industriële hoeve
- een historisch stadhuis
- een tot luxe loft verbouwde boerenstal
Plus: stoffen bedrukken met blockprints, duurzame bakstenen, shoppingtips & DIY met Vichy-ruit. Pak ‘m dus mee uit het schap of bestel ‘m eenvoudig online via de webshop.
Meer wooninspiratie
- Wonen met de natuur om je heen, dat is wat Judith en Gerwin wilden. Een droom die uitkwam met de koop en verbouwing van een betonnen (!) boerderij in de Noordoostpolder.
- Oude en antieke kasten zijn in goede handen bij Sacha Vink. Met gevonden materialen – en met respect voor de oorspronkelijke maker – tovert ze ze om tot eigentijdse juweeltjes. ‘Kijkdozen’ waar je de mooiste spullen in kunt zetten.
- 2023 is in zicht, dus deelden trendwatchers weer dé nieuwe kleuren op interieurgebied. Van natuurlijk geel tot groenblauw tot dennengroen. Net als eerdere jaren is het weer de natuur die de basis vormt voor ons interieur. Benieuwd of één van de kleuren – of een tint uit de bijbehorende paletten – iets voor jouw huis is? Hier zie je volop sfeerbeelden & kleurenpaletten in de woonkleuren van 2023.