Toen ze er kwamen wonen lag de tuin rond de oude hoeve net over de grens van België er verwaarloosd bij, maar Maria toverde de wildernis om tot een paradijs. Ook in september bloeien de borders nog volop, als een warme afscheidsgroet van de zomer.
Zo’n kleine 25 jaar geleden kochten Maria Kapteijns en haar man Piet – hun kinderen waren al uitgevlogen – een vervallen hoeve in de Vlaamse Voerstreek, dicht bij de grens met Zuid-Limburg. Ze vielen vooral voor de ligging, even buiten de landelijke gemeente ’s-Gravenvoeren, omgeven door het natuurgebied Altenbroek en met eindeloos uitzicht over de vallei van de Voer richting Nederland. Maria en Piet popelden om aan de slag te gaan met de restauratie; zij zou de tuin voor haar rekening nemen, hij de achttiende-eeuwse carréboerderij.
Overwoekerd
Op een warme, nazomerse dag tref ik Maria aan te midden van metershoge bloemborders gevuld met kaarsjeskruid, Veronica’s en salvia’s. Ze is druk in de weer met het wieden van onkruid, maar staakt meteen haar werkzaamheden voor een kopje thee. Ondertussen vertelt ze van alles over de bijzondere geschiedenis van het landgoed.
“Alles was overwoekerd door brandnetels, braam en berenklauw”, herinnert Maria zich. “Uit elk plantgat haalde ik kilo’s steenpuin. Maar we hadden er zin in en al gauw werd de restauratie en de aanleg een echte verslaving.” Langzaam maar zeker ontpopte de tuin zich tot een pareltje. De hoeve, gebouwd ten tijde van Napoleon, kreeg zijn oude glorie terug dankzij het ambachtelijke vakwerk van Piet bijgestaan door bekwame vaklui uit de streek. Met de aanleg van het basisplan waarvoor Maria beroep had gedaan op de tuinarchitecten van het Nederlandse De Heerenhof, kreeg ook het terrein structuur. Het plan omvatte zes terrassen, elk met een aparte sfeer en functie, al naargelang het moment van de dag. Voor de invulling van de bloemperken en de borders zorgde Maria zelf. “Ik ging wekelijks naar de plantenkweker en liet me spontaan leiden door de kleur en bloeiwijze van de planten… en vooral door mijn buikgevoel”, lacht ze. “De binnenplaats aan de voorzijde van het huis, geplaveid met kinderkopjes
en met een fontein in het midden, overschaduwd door twee Chinese vernisbomen (Koelreuteria paniculata), is het meest formele deel van de tuin. Omdat de zon zich hier alleen ’s ochtends en ’s avonds laat zien en het er door de nabijheid van het bos aan de overzijde van de straat koeler is, gedijen de hortensia’s, hosta’s en varens hier prima. Hier overheersen wit en groen.”
Vurige kleuren
Maria leidt me naar de achterzijde van de tuin, waar je een prachtig uitzicht hebt over de vallei van de Voer. In de borders, pal op het zuiden gericht, worden de kleuren feller en vuriger en verdringen dahlia’s, Delphinium, Monarda, hibiscus en zonminnende Gaura elkaar voor een ereplaats. Al die vrolijkheid wordt ingetoomd door een centraal pad dwars op de achterzijde van de hoeve, omzoomd door witte anemonen doorspekt met luchtig siergras. Een structuur van buxushagen rondom een ruim terras vormen ook hier een rustpunt en bieden plek aan Maria’s geliefde botanische rozen die heerlijk geuren. “Dit terras heeft behoefte aan verkoeling tijdens de middagzon.
Wit brengt koelte en ook visuele rust. Aan deze lange tuintafel worden de bezoekers uitgenodigd voor een verfrissing of eten we ’s zomers, wanneer de gelegenheid zich voordoet, met de hele familie. Ik ben intussen al overgrootmoeder!” schatert ze.
Maria en Piets favoriete plekje om na een drukke dag in de tuin te genieten van de avondzon is beslist het kleine, met haagjes omzoomde terrasje onder het donkere gebladerde van een Prunus cerasifera ‘Nigra’. Ook hier zijn uitbundige bloembedden, maar dan van donkerbladige Heuchera, wijnrode duizendknoop, opgelicht door felrode dahlia’s. “De donkere tinten verstillen en maken de plek intiem”, legt Maria uit. “Bovendien ogen de rode tinten prachtig in het avondlicht.”
Ze troont me mee naar de kippenren, of wat daarvoor moet doorgaan, want ook de dieren hebben hier hun vrijheid en genieten van een heuse loopweide. Piet is duchtig aan het werk met een hakmesje om het stenen looppad onkruidvrij te maken. “Het enige werkje dat ik in de tuin verricht”, lacht hij terwijl hij zijn vrouw een figuurlijke pluim toewuift. Rond hem scharrelen kippen getooid met pluimensokken. “Brahma’s”, zegt Piet. “Ondanks hun indrukwekkende verschijning – een kloeke hen weegt zo’n vier kilogram en doe er voor de haan nog maar een kilo bij – zijn ze zeer zachtaardig. Onze eerste Brahma’s sliepen in de bomen, zoals hun natuur het voorschrijft, maar sinds minder aangename bezoekjes van vossen en andere roofdieren als dassen en wilde katten houden we ze ’s nachts onder dak.”
Fruit zo van de bomen
Wanneer het wat is afgekoeld, maakt Maria zich klaar om fruit te plukken in de boomgaard. De takken van de fruitbomen hangen zwaar onder de last van hun vruchten. “Niet alleen smaakt eigen gekweekt fruit direct van de boom heerlijk uit het vuistje, van de appels, peren en pruimen laat ik sappen persen die ik tijdens de Open Tuindagen aanbied aan de bezoekers”, vertelt ze terwijl ze in een appel bijt. “Deze kunnen nog even wachten, maar voor de pruimen wordt het tijd dat ze worden geplukt.” Maria loopt met een kennersblik het rijtje pruimelaars af. Ze houdt halt bij een zwaar gevulde boom met donkere vruchten, proeft en knikt goedkeurend. “Ik pluk de pruimen het liefst als ze niet te rijp zijn, maar nog een tikkeltje zurig”, zegt ze terwijl ze me er eentje aanreikt. “Afspoelen hoeft niet, want alles is hier natuurlijk”, verzekert ze me. De paarsgroene vrucht met zijn matfluwelen huid smaakt verrukkelijk. “Het werk stopt nooit, maar het is hier heerlijk toeven”, verzucht Maria van boven op de ladder. En dat kan ik alleen maar beamen.
Schopsheim bezoeken
De tuin Schopsheim bevindt zich in de idyllische Voerstreek, ten zuiden van Maastricht, en is gemakkelijk te bereiken via de E25. De tuin werd geselecteerd door de Nederlands-Belgische tuinenstichting Open Tuinen (open-tuinen.be). Schopsheim is te bezoeken van eind mei tot eind september tijdens de Open Tuindagen en tot 1 november op afspraak. Kijk voor data op de site: schopsheim.be
De groene omgeving leent zich perfect voor een weekendje weg. Op meerdere plekken zijn (elektrische) fietsen te huur (voeren.be). Vlak bij Schopsheim ligt het elegante domein Altenbroek, dat is omgevormd tot boetiekhotel. Naast een rustig en luxueus verblijf kunnen gasten hier ook eten in het uitstekende La Restaurant dat gebruikmaakt van eigen gekweekte en lokale producten, altenbroek.com.
Andere buitenkijker? Of liever geïnspireerd worden door een bijzonder interieur?
TEKST EN FOTOGRAFIE KAT DE BAERDEMAEKER