Binnenkijken: sprookjeshuis aan de voet van de Lochemse berg

Marjolein ter Braak

20 november 2023

sprookjeshuis

In de Achterhoek genieten Barbera en Herman volop van hun sprookjeshuis. Voor het interieur kozen ze tinten als oker en terra, die feilloos de kleuren van het herfstbos rondom reflecteren.

Lieflijk plaatje

Haar man Herman zat voor werk in het buitenland toen Barbera het Achterhoekse huis ging bezichtigen. ‘Ik denk dat je dit toch even moet zien’, liet ze hem later die dag weten. Een lange oprijlaan – die meteen al goed was voor een ooooh-gevoel – had haar geleid naar een charmant landhuisje, gebouwd in 1920. “Een heel mooi, liefelijk plaatje. De eigenaren hadden er een decennia gewoond, het was van hun opa geweest, wij zijn pas de derde bewoners. Het werd me snel duidelijk dat er veel gedaan moest worden, alles was oud, niet meer goed onderhouden, het interieur was gedateerd en een beetje donker. Maar het zoekcriterium was ‘mooie privéplek’, en die hadden we gevonden.” De lange kant van het L-vormige huis, dat zo’n honderd vierkante meter groot is, werd gesloopt.”Er stond alleen nog maar een vierkantje. Waar zijn we aan begonnen, dachten we. Dat deel is weer opgebouwd in oude stijl, we wilden graag de oorsprong van het huis respecteren. Binnen is het wel opener geworden. Zo hebben we een fijne hoogte kunnen creëren in de keuken. Dit is het epicentrum van het huis, we zijn heel veel in de keuken; het eerste wat we doen als we thuiskomen is hier de houtkachel aansteken. Door al die ramen ben je hier heel dicht bij buiten. Als het stormt en regent, is het bijna of je erin staat.”

sprookjeshuis
De woonkamer is geschilderd in de Rijkstint Zacht Rood van Sikkens, de schouw in Silt 40 van Little Greene.
De fauteuil is nog een oudje dat opnieuw werd bekleed.

Warme kleurnuances

Voor de afwerking van het huis had het koppel geen vastomlijnd plan. “Dat is vrij spontaan gegaan. Ik kijk altijd goed om me heen en als ik iets zie wat ik mooi vind, ga ik eropaf. De eiken visgraatvloer bijvoorbeeld ontdekten we in een restaurant, via hen kwamen we bij de verkoper. Maar het had net zo goed een andere vloer kun- nen worden. We wisten wel dat we niet een heel modern interieur wilden, het moest in de buurt blijven van hoe het was en passen bij de omge- ving. Het is grappig om te zien dat binnen nu ongemerkt heel goed afgestemd is op buiten.” Dat zit ’m onder andere in de kleuren, zoals oker, ter- ra en de tinten van hout, die feilloos de kleuren reflecteren van het bos. Deze warme nuances vul- len het rustige verfpalet aan dat Barbera koos voor de basis in huis. “De verbouwing duurde een halfjaar, aan het eind kwam de schilder langs, welke kleuren we wilden? Geen idee, en ik was moe, dus het werden witten en neutralen als zacht grijsgroen. Daar kun je je nooit een buil aan vallen en zo was alles in elk geval lekker schoon geschilderd. Inmiddels zijn er leemverfachtige kleuren bij gekomen, meer uitgesproken, maar mooi natuurlijk.”

Harmonie in het interieur

De inrichting van hun boshuis omschrijft Barbera als een ratjetoe. “Een beetje klassiek, maar ook strak en modern, een mix van vintage en nieuw, gekocht in woonwinkels maar ook in boerenschu- ren vol brocante. Ik vond het inrichten een moeizaam proces, moeilijker dan de verbouwing! Met al die vertrekjes hier is het schipperen met de ruimte, en meubels moeten praktisch, maar ook mooi zijn. De bank heeft wel op drie plekken gestaan voor het goed voelde, harmonieus.”Ook bij de aanschaf van spullen handelt Barbera intuïtief, soms impulsief. “Dat levert wel eens miskleunen op. Daarom vraag ik nu altijd of ik iets terug mag brengen. In Amsterdam gaat dat niet zomaar, hier in de Achterhoek zijn ze gelukkig niet zo moeilijk.”

De geur van de herfst

Jarenlang werkte Barbera als (directie)secretaresse, nu heeft ze de handen vol aan huis, tuin en bos. Een beetje hulp heeft ze wel, in de drukste buitenperiodes, maar ze spit, snoeit, zaagt en klooft zelf als de beste. “Ik zie dat nu als mijn baan. Er was hier alleen een groot gazon, wij hebben grote borders aan laten leggen door tuinontwerper Harry Pierik. Honderden verschillende planten staan erin, ze vergen enorm veel werk. We kunnen wel een tuinman nemen, maar dat is duur en ik vind: als ik de boel niet zelf wil onderhouden, had ik hier niet moeten gaan wonen.” En dat idee is inmiddels ondenkbaar. Ze houden van deze plek, waar ze de geur van herfstaarde ruiken, de volle maan tussen de bomen zien, de reetjes in de tuin, de dassen in het bos. En dat geluk deelt het stel graag met anderen. “We krijgen veel mensen over de vloer. Hermans kinderen, familie, vrienden, buren. Dat was ook het idee. Niet: kijk ons hier eens lekker zitten, maar anderen laten meegenieten. We zien onszelf niet zozeer als eigenaren, we proberen huis en tuin recht te doen door alles goed te verzorgen, zodat deze plek blijft voortbestaan voor de generaties na ons.”

TEKST MONIQUE VAN DER PAUW | FOTOGRAFIE SIETSKE DE VRIES