Radijsjes pickle

Anne Bonthuis

19 maart 2015

Radijzen zijn vaak de eerste en laatste bewoners van de moestuin. Vroege vogels die snel ontkiemen in de volle grond en dapper volhouden tot de winter. In feestelijke kleuren én veel verschillende smaken: proef ze rauw of geroosterd, of verwerkt tot pittige pickle.   Voor 1 pot van circa 300 milliliter Wat heb ik nodig? 1 bosje radijsjes 1 theelepel zout 125 milliliter witte-wijnazijn 65 milliliter water 20 gram suiker 2 theelepels mosterdzaad Hoe maak ik het?

  • Maak de radijsjes schoon en snijd ze in kwarten.
  • Bestrooi ze met zout en laat circa 25 minuten intrekken.
  • Spoel de radijsjes af en doe ze in een goed schoongemaakte en gesteriliseerde pot.
  • Breng de witte wijnazijn met het water, de suiker en het mosterdzaad aan de kook.
  • Roer tot de suiker is opgelost en giet over de radijsjes heen.
  • Sluit goed af en laat afkoelen.
  • Laat circa 3 dagen intrekken en serveer bij koud vlees, kaas of gebruik in een salade.

Tijdens het intrekken lost de kleur van de radijsjes langzaam op en krijgt de hele pot een mooie, zachtroze tint. Probeer ook eens een variatie met karwij- of venkelzaad in plaats van mosterdzaad. Bewaren: het zuur in de azijn zorgt er samen met de suiker voor dat de radijsjes langer houdbaar blijven. Een afgesloten pot radijsjes pickle is circa 6 maanden te bewaren. Bewaar eenmaal opengemaakte potten in de koelkast. Ze zijn dan nog circa 2 weken te gebruiken.