Kom as zondag 20 januari naar de Weerribben in Overijssel. In dit seizoen zijn de rietsnijders er volop aan het werk! Tijdens een excursie vertelt een gids van Natuurmonumenten je alles over het oeroude ambacht van riet snijden. Wil je alvast een idee krijgen? Dat kan. In de afgelopen strenge winter ging Seasons-fotograaf Andries de la Lande Cremer in Nationaal Park Weerribben-Wieden op pad met rietsnijders, de gebroeders Dolstra uit Kalenberg. En maakte dit verslag. “Midden jaren zestig stond het hier nog vol met opschot van jonge bomen”, begint rietsnijder Gerrit Dolstra. “Toen maaide je als het ware het riet tussen de boompjes weg. Ik was elf jaar en ging altijd met mijn vader mee, school of niet. Ik was liever buiten, in het veld. Kwam de politie mij regelmatig ophalen, schoolverzuim, hè… Maar later kreeg ik oogstverlof”, glundert hij.
Natuurbehoud in de Weerribben
Vroeger rooiden Gerrit en zijn vader het bos en kregen ze regelmatig bekeuringen, later ontvingen ze er juist subsidie voor. “Tja, het kan verkeren. Tegenwoordig doen we door het jaar heen vooral onderhoud voor Staatsbosbeheer. Maaien van schrale graslanden en opschonen van wallen langs de petgaten, verwijderen van jonge boompjes en bramen, dat werk. Daardoor krijg je niet alleen meer riet maar ook een grotere diversiteit. Je ziet hier nu ook weer zeldzame soorten als de vuurvlinder en de witsnuitlibelle. En het beschermde, op suikerriet lijkende galigaan, ook wel ratel genoemd omdat het zo knettert als het brandt. Eigenlijk zijn we behalve rietsnijders vooral natuurbeheerders geworden”, zegt Gerrit, in zijn handen wrijvend tegen de kou.
Even een bakkie…
Terwijl buiten het zonnetje alweer verdwijnt en een gure wind over het rietland waait, schenkt broer Geert Dolstra nog een bakkie in. “Het is een mooi vak”, beaamt hij, “maar lang niet voor iedereen geschikt. Zwaar werk hè, maaien en bossen sjouwen. En je moet goed weten wat je doet. Je werkt samen met de natuur en ook wij leren nog elke dag. We hebben weleens een vrijwilliger mee gehad, die leek het ook wel mooi, dat buitenwerk. Maar aan het eind van de dag was ’ie echt he-le-maal kapot, die hebben we nooit weergezien”, vertelt hij grinnikend.
Maaien, schoven zetten en riet schonen
De werkdag van de broers begint steevast om zeven uur met koffie en om halfacht zijn ze in het veld. Rond half december, als het riet zijn blad verloren heeft, kan het maaien beginnen. Vroeger werd dit met de ‘rietsnit’ – een soort sikkel – gedaan, maar tegenwoordig wordt vooral de zelfbinder gebruikt. Die is niet te zwaar, zodat de machine niet wegzakt in de drijvende rietmassa. Al is er tegenwoordig zo veel verlanding dat vorst niet eens meer per se noodzakelijk is voor de oogst.
Riet stapelen om te drogen
De gebroeders gaan weer aan de slag. Beurtelings maaien met de zelfbinder, schoven zetten, bossen riet schonen met de uitkammer en ze vervolgens ‘aan het zwil’ zetten op de hoger gelegen legakker. Hier worden de bundels om en om opgestapeld, zodanig dat het water eraf kan lopen en het riet kan drogen totdat het in het voorjaar uitgevaren kan worden met een praam. Het is aanpakken geblazen, en al gauw gaan de jassen uit en schuiven de mutsen omhoog.
Het riet is gewild bij architecten
Het riet uit de Weerribben heeft vanwege zijn kwaliteit en duurzaamheid een uitstekende reputatie en wordt door de Dolstra’s gebonden in kenmerkende bossen van 46 centimeter omtrek. “Architecten vragen er vaak speciaal om”, vertelt Gerrit trots, “want Kalenbergs riet ligt het langst op het dak. Dat komt door de kwaliteit van de grond en de harde stoppel. Die geeft een betere slijtlaag. Lange stengels zijn het mooist, maar korte worden ook gebruikt voor bijvoorbeeld dakkapellen.”
Weerribben: rustgebied voor wild
Eind februari, na de vorst, worden de rietkragen zo’n twintig centimeter afgeplagd. Later in het voorjaar, als alle schoven zijn afgevoerd, gaan de waterpompen aan zodat de rietvelden tussen de dijken onder water komen te staan en jonge scheuten weer volop de kans krijgen uit te lopen. Een punt van zorg is wel dat de waterkwaliteit tegenwoordig zo goed is dat het riet er eigenlijk niet meer genoeg stikstof en fosfaat uit kan filteren, waardoor de planten sneller verrotten. “Het is nu eigenlijk te schraal”, vinden de Dolstra’s, “en ook het wild heeft daar nadeel van omdat andere planten ook niet genoeg voeding krijgen. “Er verandert veel”, mijmert Geert, “door het Natura 2000-beheerplan, dat de hele Weerribben tot rustgebied voor wild heeft verklaard. Het houdt voor de rietsnijders in dat ze tot 1 april mogen werken. Dat betekent dat wij een maand eerder klaar moeten zijn met maaien. Maar in maart en april slaan we juist onze slag, maken we lange dagen! Beginnen we ’s morgens eerder en verrichten we ook ’s avonds nog werkzaamheden.”Bovendien is er sprake van nieuwe aanbestedingsregels van het werk. “Dan krijg je rupsvoertuigen in het veld die door hun gewicht de wortelstructuur kapot rijden. Dan is binnen tien jaar de unieke plantengroei van dit gebied verdwenen. Eigenlijk kun je wel stellen dat wij de laatste generatie ambachtelijke rietsnijders zijn”, verzucht hij.
De werkdag zit erop
Het begint alweer te schemeren en de werkdag zit erop. Met een ferme handdruk nemen we afscheid en de broers zetten de fietsen weer op het ijs. Met vaste hand trappen ze tussen de bevroren rietkragen door richting Kalenberg, naar de warme kachel. Fotografie en tekst: Andries de la Lande Cremer
Excursie Rietsnijders van De Wieden
Bij deze excursie loop je over het laarzenpad door rietvelden, moerasbos en door het open veld. Tijdens de wandeling moet je jezelf viermaal met een pontje naar de overkant van de sloot trekken. Het pad kan zeer drassig zijn, laarzen aan! 2 data: 20 januari en 9 februari Vertrekpunt: Bezoekerscentrum De Wieden, Beulakerpad 1, Sint Jans-klooster (OV), Tijden: 12.30 – 15.00 uur. Prijs: € 8. Aanmelden via www.natuurmonumenten.nl. Wees er snel bij, de excursies zijn populair! Zin in een winterse wandeling om lekker uit te waaien of zoek je meer Weekendtips? Kijk in onze Agenda.