In de Languedoc-Roussillon wekte styliste Delphine Thiebaut een ruïne tot leven. Het Château de Ribaute bewoont zij nu zelf met haar gezin, terwijl haar gasten tot rust komen in de opgeknapte gîtes van het bijbehorende middeleeuwse gehucht. Een plek waar eeuwen en interieur op een verrassende manier samenvloeien. Het resultaat is van een tijdloze schoonheid. Delphine Thiebaut liep al vijftien jaar met een stukje papier op zak, met erop een citaat van de Franse schrijver Jules Renard: ‘Ik bouw kastelen die zó mooi zijn, dat alleen de ruïnes ervan me al gelukkig maken’. Ze vond de uitspraak in een van zijn boeken en noteerde het. “Toen ik de ruïne zag, het was nota bene een donkere, regenachtige dag, raakte ik op slag verliefd. Ik droomde er ’s nachts zelfs van en liep overdag met vlinders in mijn buik.”
In een gîte waan je je terug in de tijd
De huisjes van het gehucht Hameau de Ribaute volgen trapsgewijs de zacht glooiende helling. Ooit dienden ze als personeelswoningen en werden ze zo dicht mogelijk tegen de veilige kasteelmuren aangebouwd. Met hun dikke muren en kleine ramen maken ze een kordate indruk. Het gehucht lijkt met een tijdmachine uit de middeleeuwen te zijn overgekomen. Het kostte Frederic en Delphine pakweg tien jaar om hun vier huisjes tot gastvrije gîtes om te toveren. Structurele verbouwingen lieten ze doen, de inrichting namen ze voor eigen rekening. Vooral Delphine, een ervaren styliste, maakte een hoop vlieguren. “Ik wilde heel graag de ingetogen, bijna kloosterachtige atmosfeer bewaken die ik tijdens mijn eerste bezichtiging zo sterk voelde. Muren heb ik daarom overwegend wit gemaakt. De oude bouwmaterialen zoals ruwe balken en vloertegels zorgen voor een sober maar comfortabel gevoel.”
Interieur: de stijl is ingetogen, bijna sober
De oneffen muren, uitgesleten vloeren en indrukwekkende balkenpartijen vormen een sober en ingetogen decor. De betonnen elementen en het spaarzaam gebruik van staal geven de ruimtes een industrieel accent. Op sommige plekken versterkte Delphine dat door een iconisch designmeubel te plaatsen zoals de minimalistische Chair One van ontwerper Konstantin Grcic of de enorme stoel van gevlochten riet die als een comfortabele cocon midden in de woonkamer van L’Essentiel hangt. Heel sporadisch speelt Delphine met kleur. Plotseling sta je oog in oog met een enkele muur die ze in koninklijk purper heeft geschilderd of bekleed met een speels bloemetjesbehang. Nog subtieler zijn de gele lampenkapjes in een trapportaal en een vlammend rood kussen op een twijfelaar uit grootmoeders tijd. Tussen de overwegend natureltinten van plaids, beddengoed, zilver en porselein springt ook haar collectie kant in het oog. Ze gaf er een eigen draai aan door het zwart te verven. TEKST LEO ALEXANDER SCHLANGEN | FOTOGRAFIE DENISE KEUS | STYLING LOTJE DEINUM
Lees ook:
Binnenkijken: een Iers-Hollandse hoeve Binnenkijken: twee huizen op het Franse platteland De natuur in huis