Leny en Harrie Eltink waren erg gehecht aan de sfeer in het keuterboerderijtje waar hun kinderen opgroeiden. Maar toen zij de deur uit waren, waagden ze zich toch aan een flinke opfrisbeurt. Er kwam zelfs een aanbouw. Leny: “Ik vond het spannend, maar ik verlangde zó naar meer ruimte en licht.” Harrie is gezegend met twee rechterhanden. En dankzij de winkel van Sinkel van zijn ouders waarin hij al jong meehielp, is hij van alle markten thuis. Leny groeide op in een huis met tuin, en haar moeder had groene vingers. “We waren altijd buiten vroeger, rozen waren de grote liefde van mijn moeder. Zo lang ik me kan herinneren, waren we thuis met planten in de weer.”
Avondenlang slopen en sjouwen
Veertig jaar wonen ze nu in de boerderij net buiten Beers, onder Nijmegen. Hij: “Een vervallen bouwwerk was het toen we het kochten, mensen verklaarden ons voor gek.” “Voor dezelfde prijs kocht je in het dorp een nieuwbouwhuis, maar wij wilden niet wonen zoals onze leeftijdgenoten”, vult zijn vrouw aan. “We wilden ruimte om ons heen. Ook al was het huis zelf maar klein.” Een stal met daarin een toilet, een keuken en een kleine opkamer met twee bedsteden – meer was het niet. Maar Harrie en Leny waren er verliefd op, dit moest het worden, hún huis. Het houten gebinte van de boerderij was goed. Ze deden veel zelf: van de stal maakten ze een woonkamer. “Na een werkdag was het snel avondeten en dan tot twaalf uur slopen en sjouwen”, vertelt Harrie. “En ook in de weekenden ging je door.”
Over de streep geholpen
Bezoek loopt naar goed Brabants gebruik door naar achteren, de achterdeur staat altijd open. Daar wacht een echte boerenkeuken: vierkant en licht, met op de houten tafel schalen vol zomerfruit en een bosbessentaartje onder een stolp. Hoe authentiek de keuken ook aanvoelt, dit is een nieuwe aanbouw aan het oude boerderijtje. “Voorheen waren de woonkamer en keuken samen ongeveer net zo groot als deze nieuwe ruimte. Binnen keek je recht op het riet van de overkapping. Dat gaf wel een gezellige, maar toch ook wat bedompte sfeer”, vertelt Harrie. De komst van een op Zweedse leest geschoeide interieurwinkel in de buurt, Gustav Interiors in Grave, stimuleerde Harrie en Leny om de rieten kap wit te stuken aan de binnenkant: “We overwogen het al járen, maar we durfden steeds niet.” De eigenaresse van de winkel kwam bij hen thuis en wist ze over de streep te trekken. Het resultaat – “een grote verbetering” – gaf aanleiding de rest van het huis ook op te frissen. Het kreeg een lichte, Scandinavische plattelandssfeer. Leny: “Echt álles wat in haar winkel stond, vond ik mooi.” Tip: Logeren in een boomsuite in het Brabantse Heeswijk-Dinther
Plaats voor onverwachte gasten
Naar Zweden waren ze intussen nog nooit geweest; Harrie houdt niet zo van vliegen, en in en om het huis was altijd genoeg te doen. Maar vorig jaar ging Leny voor het eerst een paar dagen naar Stockholm. “Het was nog mooier dan ik me had voorgesteld”, zegt ze. Terug in Beers geniet ze nog meer van haar ‘Scandinavische’ boerderij, vooral ook van de keuken, waarin zij en Harrie veel te vinden zijn. Aan de lange tafel met Lloyd Loom-stoelen is altijd plek voor onverwachte gasten. “Ik kook liever voor tien mensen, dan alleen voor ons tweeën”, zegt Leny. Boven het fornuis hangen oude, koperen steelpannen. “Ik heb ze ooit van mijn zus overgenomen. Ook die gebruik ik intensief.” Lees ook: Binnenkijken: landhuisboerderij in Zweden De kastfronten onder het aanrecht zijn van Frans eikenhout, net als de schoorsteenmantel rondom de nieuw geplaatste open haard. Een bevriende timmerman maakte die schouw. De openslaande deuren in de keuken leiden naar een terras, waar potten met rozen in wit en roze uitbundig staan te bloeien. Uit eigen tuin komen ook de hortensia’s, die Leny eerst droogde voor ze ze in toefjes opbond tot een mooie krans. “Ik kijk er graag naar, in alle seizoenen. Ik noem hem mijn Zweedse krans.” Meer binnenkijkers zien?