Alles wat je wilt weten over slow cooking met de hooikist – ook hoe je een hooikist maakt

Marloes Blom

25 oktober 2021

bulgursalade

Je maaltijd laten garen in een hooikist: dat klinkt als iets uit grootmoeders tijd – en dat is het ook. Toch past deze bereidingsmethode perfect in deze tijd, want ga maar na: het verbruikt nauwelijks energie en je hebt er geen omkijken naar. De tijd doet het werk! Picknicken een Britse uitvinding? No way! Het nuttigen van je lunch op het platteland als sociaal genot stamt zeker niet uit Groot- Brittannië. Noorwegen en Duitsland strijden om die eer. Daar kennen ze namelijk al ruim anderhalve eeuw de hooikist, een kist vol met in hooi verpakt lekkers die je meeneemt naar het land, en waarin het thuis voorbereide eten nog verder gaart. Vooral in de oogsttijd erg handig.

De (waarschijnlijke) oorsprong van de hooikist

In 1867 werden op de wereldtentoonstelling in Parijs drie gouden medailles toegekend aan een nieuw ‘zelf-kokend’ apparaat. Het ging om een ogenschijnlijk eenvoudige doos met isolatie van vilt, geïnspireerd op de gewoonte van Noorse boeren om hun eten ’s morgens klaar te maken en dat vervolgens op het veld warm te houden door het te bedekken met een dikke laag stro. Of die gouden medailles voor de Noorse uitvinder helemaal terecht zijn valt overigens te betwisten. De hooikist zou begin 19e eeuw in Duitsland al ontstaan zijn en door Justus von Liebig – de uitvinder van het runderbouillonblokje en de kunstmest – al in 1847 beschreven zijn. Twintig jaar voordat Noorwegen met de eer ging strijken dus. In de anderhalve eeuw die volgde kende deze ‘hooikist’ meerdere perioden van populariteit.

Slim bedacht

Het principe van dit tijdloze wonder van vernuft is eenvoudig. Tijdens het koken van je maaltijd gaat veel energie verloren, door stoom of hitte die langs de zijkanten van de pan lekt of straling die via wanden en deksel van je pan je keuken in verdwijnt. Als je je voedsel echter verhit en vervolgens heel goed isoleert, blijft de meeste hitte behouden in plaats van dat het via je afzuigkap de straat op wordt geblazen. Op die manier gaar je de maaltijd met een fractie van de energie. Zie daar het principe van de hooikist.

Keuken met inbouw-hooikist

In 1908 werd in het kookboek ‘Betje, de goedkoope keukenmeid’ voor het eerst in Nederland over de hooikist geschreven, maar als stoofpotland wilden we er nog niet echt aan. Gedurende en na de Eerste Wereldoorlog en de crisis in de jaren dertig werd het gebruik ook in Nederland sterk aangeraden. Er waren in die tijd zelfs keukens met inbouwhooikisten te koop, zoals we tegenwoordig de magnetron en stoomoven in onze keuken laten inbouwen. Daaroverheen zat een luxe voering om stuiven van het hooi te voorkomen. De volgende piek in populariteit werd veroorzaakt door de schraalheid in de Tweede Wereldoorlog en vervolgens tijdens de energiecrisis van de jaren zeventig. Ook kampeerders in Frankrijk of Spanje gaarden hun maaltijd in de tent tussen de slaapzakken. ‘Een artikel dat vroeger vrij algemeen werd gebruikt, maar thans in onbruik is geraakt, is de onvolprezen hooikist, waarvoor ik hier een lans wil breken’, schrijft Eveline Kalckhoven Smit in ‘Oma weet het beter’ in 1978, een boek dat ook in de 21e eeuw nog vele herdrukken kende (zoals ‘Oma weet het nog steeds beter’). En zo golft de hooikist heen en weer door de culinaire geschiedenis.

Brandt nooit aan

Er zijn meer redenen om te koken met een hooikist dan financiële zuinigheid. Zuinigheid op het milieu bijvoorbeeld. Met de huidige aandacht voor duurzaamheid is de hooikist weer helemaal terug. Deze manier van bereiden is ook ideaal voor de hedendaagse drukke vrouw of man. Je verhit je ingrediënten, plaatst ze in de hooikist en je hebt er de rest van de dag geen omkijken meer naar. Je hoeft er niet bij te blijven en wordt nooit opgeschrikt door de geur van een aangebrande of droogkokende maaltijd. Een uurtje langer of korter in de hooikist maakt eigenlijk ook niet uit. Het is het ultieme mindful koken. Wie zegt dat de hooikist ouderwets is? En laten we wel zijn: zo’n klassieke kist openen waaruit de geur van hooi en stro vermengd met de belofte van een dampende stoofpot je tegemoetkomt, wie wil dat nou niet?

Zo maak je je eigen hooikist & kook je ermee

Zo maak je een hooikist Oude hooikisten zijn nog altijd te koop op (digitale) rommelmarkten, maar er zelf een maken is niet ingewikkeld. Feitelijk is het niet meer dan een kistje, gevuld met hooi, stro of ander isolerend materiaal. Voor de Noorse oerkist gebruik je vilt, en voor moderne varianten zoals de Kookzak, Ecostoof of Hooimadam worden ook wel wol of schuimrubber gebruikt. Je kunt de kist zelf van schroothout in elkaar timmeren, maar denk ook eens aan een afgedankt kastje of kijk tijdens je avondwandeling of iemand een kistje bij het grofvuil heeft gezet. Zorg dat je hooikist in wording groot genoeg is; er moet rond datgene wat je warm wilt houden voldoende isolatiemateriaal passen, minstens 5 tot 10 centimeter. Een kartonnen koker ter grootte van je pan of pot is handig om die er makkelijk in en uit te tillen, en een leuk kussentje (gevuld met hooi) boven op je pot voorkomt dat er per ongeluk isolatiemateriaal in je eten terechtkomt. En zo kook je ermee Je brengt ’s middags bonen, bouillon of volkorenrijst aan de kook, zet de pan in de hooikist, gaat lekker de hort op en als je ’s avonds terugkomt is je eten gaar, klaar en warm. Havermout, gort, rijst, bonen, peulvruchten, bouillon, hachee, goulash, maïs, couscous, (pasta)saus; het kan er allemaal in. Het principe van de hooikist is namelijk nawellen. Het enige waar je in de hooikist niet op moet rekenen is een krokant korstje. Je kookt de ingrediënten eerst vijf minuten in een pan met een goed sluitende deksel. Daarna kan de pan goed afgedekt in de hooikist. De meeste soepen en stoofpotten gaan er zo’n 9 tot 12 uur in. En dan: smullen maar! Wil je nu ook daadwerkelijk een gerecht bereiden met de hooikist? Hier vind je een recept voor een heerlijk geurende Marokkaanse bulgursalade. Tip Heb je zo snel geen hooikist bij de hand, dan kun je de pan ook in een dekbed of slaapzak wikkelen. hooikist hooikist bulgursalade CREDITS: TEKST RENÉ ZANDERINK EN MENEER WATEETONS | FOTOGRAFIE ERNIE ENKELAAR | STYLING PAULA SCHOUTEN