Van mussen die samen badderen tot de specht die roffelt op de lantaarnpaal voor haar deur: Thea Seinen spot graag vogels. Gelukkig wordt ze op haar wenken bediend in haar tuin aan de rand van de stad én in haar tweede tuin, bij haar stacaravan in een waterrijk natuurgebied. In deze aflevering: de tjiftjaf.
Gearriveerd, de tjiftjaf
Het horen van de eerste tjiftjaf is voor mij het ultieme ‘het-wordt- lente’-geluksmoment. Dan maak m’n hart een sprongetje. Vanaf half maart spits ik de oren, want dat is elk voorjaar de tijd dat je de terugkeer van de tjiftjaf kunt verwachten. Ik hoor hem meestal voor het eerst als ik in mijn tuin bij de stacaravan aan het werk ben.
Een tjiftjaf horen, dat is een makkie. Een tjiftjaf zien, daar moet je je best voor doen. Het is een onopvallend vogeltje in een perfect camouflagepak. De tjiftjaf beweegt zich sneaky in struiken en bomen. Alle twijfel wordt weggenomen op het moment dat de kleine luid en herhaaldelijk zijn eigen naam ‘tjif-tjaf-tjif-tjaf’ roept. Nadat ik de tjiftjaf in mijn natuur- en tuindagboekje heb genoteerd, is het wachten op de fitis. Die is steevast een week of twee tot drie later van de partij. De fitis herken je aan het bekende melodieuze deuntje. De fitis en de tjif-tjaf lijken op elkaar. Ik haal die twee geregeld door elkaar, helemaal als ze de snaveltjes houden. Alleen met een kijker zie ik wie wie is. De pootjes van de tjiftjaf zijn donkerder dan die van de fitis. De tjiftjaf heeft kortere vleugels, maar dat is alleen goed te zien als hij niet blijft zitten waar hij zit, maar opvliegt om insecten uit de lucht te vangen of een plekje verderop te zoeken.
Gespot! Het tjiftjafnest
Een paar jaar geleden was ik een tijdje niet bij de caravan geweest. Ik werd ontvangen door een paartje tjiftjaffen dat wel heel nerveus werd van mijn aanwezigheid. Ze vatten post op de rozenboog met de snaveltjes vol voer. Een ding was duidelijk, ergens in mijn caravantuin moest wel een nestje zitten. Zolang ik aan de tuintafel aan het werk was of wat lag te luieren in de zon, bleven de tjiftjaffen op de rozenboog zitten of vlogen onrustig heen en weer. Keek ik even niet, ging ik naar binnen om koffie te zetten of wat te pakken, dan waren de tjiftjaffen ineens uit beeld. Ik was natuurlijk wel heel nieuwsgierig waar het nest verstopt zat. Dat moest ergens vlak boven de grond zijn.
Om te ontdekken waar het tjiftjafnest verstopt zat, vatte ik met mijn kijker post in het aangrenzende veld. Zo kon ik de tjiftjaffen van een afstand bespieden. En ja hoor, gevonden! Ik zag een tjiftjaf in een flits in een pol grassen en planten verdwijnen. Het nest zat dus verstopt aan de voet van de caravan, een metertje van het tuinpad. Goed om te weten. Zolang de jongen nog in het nest zitten, ga ik daar niet wieden en rommelen. Dat kan wel wachten tot de jongen uitgevlogen zijn.
Paspoort
Naam: tjiftjaf (Phylloscopus collybita)
Uiterlijk: fijn snaveltje, oog-streep, bruine bovendelen, geelbruin op borst en flanken, witgrijze onderdelen, donkere poten.
Lengte: 11 cm
Gedrag: beweegt in struiken en bomen onrustig tussen de takken op zoek naar voedsel. Nest: nest van grassen, mossen en blaadjes en bekleed met veertjes. Twee legsels per jaar met vijf tot zes eieren.
Menu: muggen, kevers, vliegen, spinnetjes, luizen, rupsen, larven en insecteneitjes, bessen van o.a. vlier en bosbes, zaden van els en berk.
CREDITS: ILLUSTRATIE MAARTJE VAN DEN NOORT | TEKST THEA SEINEN