Flopsy, Mopsy en Wipstaart, die gehoorzame konijntjes waren, kregen brood, melk en bramen als avondeten”, zo eindigt het verhaal in Beatrix Potters eerste kleine boekje ‘Pieter Konijn’. Deze havermoutpannenkoekjes zijn een ode aan dit verhaal én een perfect weekendontbijt.
Havermoutpannenkoekjes met bramen en honing
Ontbijt of brunchgerecht voor 4 personen | ± 30 min.
Ingrediënten
- 100 g havermout
- 100 g zelfrijzend bakmeel
- snuf zout
- 2 el suiker
- 200 ml melk
- 3 eieren
- 150 g bramen, gewassen
- boter om in te bakken
- honing om te serveren
Bereiding
- Maal de havermout in een blender of het hakbakje van de staafmixer tot grof meel. Maal niet helemaal glad, zodat je wat structuur houdt in je pannenkoekjes.
- Meng dit havermeel met het zelfrijzend bakmeel, de suiker en het zout in een kom.
- Maak een kuiltje in het midden en doe daar een derde van de melk in en roer er wat van het meelmengsel door. Voeg de eieren toe en de rest van de melk en meng met een garde of mixer tot een klontvrij beslag.
- Voeg de helft van de bramen toe en plet ze een beetje met een vork.
- Verhit een klontje boter in een grote koekenpan en schep daar een (saus)lepel van het beslag in. Het moeten kleine pannenkoekjes worden. Bak telkens 2 of 3 pannenkoekjes tegelijk. Draai de pannenkoekjes om als de bovenkant droog is en bak nog even aan de andere kant. Leg de gebakken pannenkoekjes op een bord en dek af met een ander bord om ze warm te houden. Bak zo ook de rest van de pannenkoeken en gebruik telkens wat extra boter om in te bakken.
- Serveer de havermoutpannenkoekjes met de rest van de bramen en honing en eventueel wat vanilleyoghurt.
CREDITS: RECEPTUUR, TEKST EN FOTOGRAFIE ANNA RUBINGH
