Avonturier, fotograaf en auteur Jolanda Linschooten in de serie Vrije Geest, waarin onze redacteur Annemarie Bergfeld in gesprek gaat met inspirerende denkers die platgetreden paden vermijden.
Wie is Jolanda Linschooten?
Jolanda is een avonturier pur sang. Ze ging kanoën in Lapland, mountainbiken door Alaska, skiën in Canada; ze doorkruiste IJsland te voet, rende 2.000 kilometer offroad door Groot-Brittannië en was de eerste Nederlandse vrouw die op ski’s de Groenlandse ijskap overstak. De avonturier loopt (en wint) internationale trails, schrijft en fotografeert voor diverse tijdschriften en publiceerde vier boeken over haar expedities. Daarnaast schreef ze vier bergwandelgidsen en met haar man Frank van Zwol een kanogids voor Nederland. Meer informatie op www.jolandalinschooten.nl.
Sneeuw is mijn landschap
Avonturier Jolanda Linschooten: “Ik kan begrijpen dat mensen denken dat ik van kou houd met mijn reizen naar het noorden. Ik vind kou niet prettig, integendeel, maar ik heb me eraan leren aanpassen. Het is dat de kou me zo veel brengt. Sneeuwlandschappen vind ik de mooiste van de wereld. Sneeuw is mijn landschap, sneeuw begrijp ik, het voelt bijna alsof we dezelfde taal spreken. In de sneeuw lees je de wind en de dierensporen, ik drink het, kook mijn potje erin, slaap erop. Vorig jaar trok ik twee weken op ski’s over de bevroren Reisa rivier in Noord-Noorwegen voor een reportage over het noorderlicht. Twee dagen stormde het windkracht 9. Het was beangstigend, de kans was groot dat mijn tentje zou breken. Voor de zekerheid bouwde ik een sneeuwhol. In mijn tent was het ’s nachts -25, in het hol 0 graden, het was er windstil, ik zat er veilig. Het voelde magisch. In omstandigheden waarin ik net zo goed dood had kunnen gaan, zat ik uit de wind rustig de dingen af te wachten. Zo is sneeuw ook nog veiligheid. Op zulke moment voelt het alsof we een soort verbond met elkaar hebben gesloten, de sneeuw en ik.”
Helpende hand van de natuur
“Je hebt bergbeklimmers die de bergen intrekken met de intentie de natuur te gaan overwinnen. Als dat je uitgangspunt is, sta je niet open en respectvol tegenover de natuur en kun je zo het loodje leggen. De natuur overwinnen is totaal niet wat ik buiten zoek. De natuur heeft mij wel geholpen mezelf te overwinnen. Ik vind het gaaf een uitdaging te zoeken waarvan ik denk: hm, ik weet niet of dit gaat lukken. Vervolgens ga ik er een fundament onder bouwen om mijn plan zo veilig en verantwoord mogelijk uit te voeren. En dan blijkt meestal dat het kan. Ik heb offroad door Groot-Brittannië gerend, van Land’s End in het zuidwesten naar John O’Groats in het noordoosten, veertig dagen van vijftig km per dag, zonder blessures. Of ik het kon? Ik had echt geen idee. Maar ik wilde het, dus ging ik het proberen. Als je iets wilt, vind ik het logisch om tot het gaatje te gaan, dus ben ik een halfjaar bezig geweest met trainen. Ik vind het een soort metafoor voor het leven. Je denkt over de dingen na, je bereidt je voor en vervolgens ga je de uitdaging aan. Bij alle onzekerheid die er is in het leven, denk je: ik hoop dat ik er klaar voor ben, ik heb me in elk geval zo goed mogelijk voorbereid, ik durf het aan.” Avonturier Jolanda: ‘Alleen als ik alles moet geven, voel ik me onderdeel van de natuur’
Ommekeer: leven als avonturier
“Ik gaf les in het speciaal onderwijs, een geweldige baan met veel vakantie. In de vrije weken trok ik, óf alleen óf met Frank, de bergen in. In de natuur voelde ik zeldzame rust, zonder vragen. Het was altijd mega-moeilijk om me na zo’n reis weer aan te passen. Maar ik dacht altijd: logisch, dat heeft iedereen, grow up. Maar dat stemmetje ‘kan ik niet vaker buiten zijn?’ bleef hangen. De ommekeer kwam bij de dood van mijn moeder. Ik ben enig kind, zij was mijn enige familielid. Ze was 52, ik 31. In de laatste nacht dat ze leefde, zei ze letterlijk: ‘Was dit het nou echt, ik had het heel anders willen doen.’ Opeens wist ik het heel zeker, ik moest het radicaal anders aanpakken. Ik zegde mijn baan op en gaf mezelf twee jaar om te kijken of ik met schrijven, fotograferen, workshops, lezingen en fotoreizen van het avonturier zijn zou kunnen leven. Ik wil de inspiratie die ik uit de natuur haal kunnen doorgeven, dat is de zingeving van wat ik doe. Mijn drijfveer is nog altijd die zin van mijn moeder: het gaat me niet gebeuren dat ik dat aan het eind van mijn leven ook zeg.”
Alles op eigen kracht
“Elke keer als ik na een reis thuiskom, heb ik de mooiste reis gemaakt. Dat komt omdat op dat moment de beleving nog zo intens is. Gemiddeld ben ik een derde deel van het jaar ergens op pad. Het liefst ga ik samen met Frank, in de praktijk maak ik iets meer reizen alleen. Vaak gaat ook onze husky Herschel mee. In 2009 leende ik hem als sledehond om een arctische skitour in Noord-Canada te maken. Na die drie weken waren we zo aan elkaar verslingerd dat zelfs zijn eigenaar zei: ‘Neem hem maar mee, jullie horen bij elkaar.’ Ik wil alles op eigen kracht doen: skiënd, kanoënd, lopend, rennend of op de mountainbike. Ik ga niet op een motor zitten of, erger nog, een cruiseschip. Als ik vanachter een raampje moet gaan zitten kijken, is het landschap niet meer dan een decor. Mijn band met de natuur bestaat eruit dat ik er in wil bewegen, dat ik er alles voor moet geven. Alleen dan maak ik er echt onderdeel van uit.”
Avonturier op ski’s
“Frank wilde al lang een keer zelf ski’s maken. Het leek mij niks, ik heb vier linkerhanden. Maar, bedacht ik, het was wel een gave manier om de snelheid uit het leven te halen. Ik heb zes paar ski’s op zolder staan, dan pak ik die eens een keer niet. We gingen met een Noor het bos in om een grove den te kappen. Toen wist ik dat ik wel moest, anders was het zonde van die boom. Uren-, dagenlang waren we aan het schuren en schaven, elk nerfje leerden we kennen. Ik bouwde echt een band op met het hout. Toen ze klaar waren, was ik eerst doodsbang dat ze zouden breken, maar het mooie was het besef dat ik er tijd in had gestopt, zonder haast. Een kano bouwen, was ook zo’n droom van Frank. Hij deed de fijne mechanische dingen, ik heb er duizend spijkers ingeramd. Twee weken lang waren we er tien uur per dag mee bezig, daarna hebben we er een tocht van veertig dagen door Lapland mee gemaakt. Langs wolvendrollen en berensporen.”
In het spoor van goudzoekers
“In Yukon in Canada trok ik met Frank in het spoor van de goudzoekers door de wildernis. Er waren bosbranden geweest, de bomen lagen dwars over elkaar, soms haalden we niet meer dan een kilometer per uur. En het regende vier dagen non–stop. De rivier die we moesten kruisen was onbegaanbaar geworden, het kostte ons dagen lopen naar de bron, waar we wel konden oversteken. De eetvoorraad voor twee weken raakte snel op. Onze hond wist elke dag wel een haas of muis te vangen, wij plukten bessen, vingen vissen en schoten soms een vogel. We hadden kunnen zeggen: het gaat niet, we drukken op de noodknop van de satelliettelefoon en laten ons halen. Maar als je er zelf voor gekozen hebt, moet je ook de guts hebben om jezelf te redden, vinden wij. Tót het moment dat het echt niet meer gaat. We hadden honger, we verzwakten, ik zag Franks botten bij z’n schouders uitsteken. Toen wisten we dat er maar één verstandige optie was: teruglopen naar de plek waar eerder onze voedselvoorraad was gedropt, daar kon een kleine Cessna landen om ons op te pikken. Wij dachten goud in die bergen te vinden, maar achteraf bleek mijn goud heel ergens anders te liggen. Twee dagen nadat we op de airstrip van het dorp Dawson City waren afgezet, lag ik met acute blindedarmontsteking 700 kilometer verder in het ziekenhuis van Whitehorse. De boel was gescheurd, het was op het randje. Sindsdien weet ik nog beter dat niet de bestemming het doel is, maar de reis.”
Intens genieten bij -25 graden
“Voorafgaand aan mijn reis in februari had ik bedacht dat ik de letters aurora borealis uit de sneeuw wilde zagen om te fotograferen tegen het decor van het noorderlicht zelf. De creatieve invulling van een reportage probeer ik zo veel mogelijk thuis al te bedenken. Onderweg ben je voortdurend bezig met lopen, eten maken, zorgen dat de tent goed staat, zorgen dat je veilig bent. Het was windstil, in het maanlicht had ik urenlang blokken staan zagen. Toen ik halverwege was, liep ik naar m’n tentje om een bakje koffie te maken. Het was windstil, de maan scheen, ik wist dat ik iets moois aan het maken was, en ik had geen haast. Thuis heb ik een apparaat dat de lekkerste koffie met het mooiste schuim maakt, nu had ik een simpel zakje oploskoffie. Ik zat intens te genieten bij -25 graden, ik voelde me zó rijk. Dat is mijn rijkdom, dat ik kan doen wat ik wil doen.”
Interview: Annemarie Bergfeld. Fotografie: Lode Greven
Lees ook:
Wildplukker en vrije vogel en geest Edwin Florès Vrije geest: Arita Baaijens Vrije geest: Joshua van Eijndhoven