Elise en Craig toverden een kleermakersatelier uit 1890 om tot gezellig familiehuis in victoriaanse stijl met sixties’ vintage en bohemian accessoires. Klassiek wordt hier zo toegepast dat het – in combinatie met een soms gedurfd kleurenpalet – juist helemaal van nu wordt. Elise, verpleegkundige, en schapenboer Craig Croker wonen samen met hun vier kinderen op het platteland van Crookwell, Australië, op een boerderij die al drie generaties in de familie is. Omdat ze regelmatig in de stad zijn, zochten ze hier een huis om te verblijven. Dat werd een pand uit 1890, ooit residentie van een kleermaker, daarna onder meer een bakkerij en begin 2020 – toen ze het kochten – vooral een bouwval dat schreeuwde om liefde. Het huis heeft vier slaapkamers, twee keukens en twee badkamers.
De geschiedenis als leidraad voor je interieur
Nadat Elise en Craig de sleutel van hun huis hadden gekregen, dook Elise de gemeentearchieven van het Zuid-Australische stadje Crookwell in. “Ik heb een enorme passie voor geschiedenis. Zo’n oud huis herbergt allemaal verhalen in zich. Ik wilde die stuk voor stuk onderzoeken.” In stapels oude paperassen vond ze een vergeelde foto uit 1906. Daarop is de hoofdweg van het stadje te zien met aan de rechterzijde hun huis inclusief een uithangbord met de woorden: W. Munro – kleermaker. “Ik ontdekte dat William Munro van 1896 tot ongeveer 1936 hier heeft gewoond en zijn atelier had. Er bleek een aantal oude krantenartikelen over hem bewaard te zijn gebleven waarin ik aanwijzingen vond dat hij hoog stond aangeschreven bij de plaatselijke adel, vanwege zijn expertise in de mode van die tijd.” Al deze kennis vertaalde ze naar de inrichting van het huis. “Ik wilde een moderne victoriaanse sfeer die een beetje theatraal is, als knipoog naar de kleermaker. Munro was waarschijnlijk een van de best geklede mannen in Crookwell. Dat bracht me op het idee dat er in elk geval een ‘formele salon’ moest komen, waar de hoge heren uit zijn tijd zich terugtrokken met whisky en een sigaar.”
Victorie voor victoriaans – en een vleug 2021
“Het is moeilijk om mijn stijl te definiëren. Ik hou van sixties’ vintage, eclectisch en een tikje bohemian. Maar de basis is de victoriaanse stijl, want details hiervan kwamen we, toen we het huis stripten, overal tegen.” Ze doelt op de authentieke kroonlijsten en plafondrozetten. Ook in de hal had een sierlijke victoriaanse boog de tand des tijds doorstaan. Net zoals de mozaïektegels in de woonkamer, die de winkelingang en het hoofdpad markeren, én de originele houten vloerplanken die onder het tapijt vandaan kwamen. “Ze zijn gemaakt van kauri-dennenbomen, een inheemse naaldhoutsoort. Aan het einde van de negentiende eeuw waren er verschillende plantages in Queensland, in het noordoosten van Australië. Dat hout werd grotendeels naar Sydney verscheept om aan de huizenhausse te kunnen voldoen.” Al die grandeur verdient wel eigentijdse tegenhangers als berberkleden en een rieten lamp, vindt Elise. Inspiratie zoekt ze vooral op Pinterest en Instagram. “Ik zocht op allerlei trefwoorden als ‘modern victoriaans huis’, ‘de mooiste boetiekhotels in Portugal’ en ‘36 manieren om een thuisbibliotheek te maken’.” Al die zoektochten leverden inspirerende ideeën op. Zoals de donkergroene muren die ze spotte in de kamers van hotel 1898 The Post in Gent. Het boek ‘Bohemian Living’ van Robyn Lea bracht haar op het idee om ruimte te maken voor haar verzamelingen, en bij Instagramaccounts als @planttribebook en @urbanjungleblog vond ze haar liefde voor groen. “Door het hele huis hebben we nu schapjes gemaakt waarop ik al het moois kan tentoonstellen.” Zelfs een plaatje van servies lag aan de basis van de huidige badkamer met olijfgroene wandtegeltjes. “Op het Instagramaccount van @nicolahardingandco zag ik een foto van groene kommen en borden in een zalmroze kast. Die kleurencombi heb ik in de douche doorgevoerd.”
Milieuvriendelijk verbouwen
Van het ooit zo statige pand uit 1890 was in 2020 niet veel meer over. Vanbinnen zag het er zelfs een beetje spooky uit, met kleine kamertjes, grauwe tapijttegels en wit tl-licht. Toch was Elise vastbesloten om zo veel mogelijk authentieke details te bewaren. “Ik wil behouden en hergebruiken wat kan, omdat dat milieuvriendelijker is dan het naar de vuilstort brengen. Bovendien ben ik van mening dat ‘onvolkomenheden’ juist charmant zijn.” Dus bleef de jaren 70- keuken en verfde ze de deurtjes zwart. Ze rukte de vloerbedekking van de trap en schuurde het hout licht op om het vervolgens in te wrijven met een natuurlijke was. Dat de ‘looproute’ lichtbruin is en de rest donkerder past helemaal bij de sfeer die ze voor ogen had. De grootste verrassingen waren een authentieke stenen open haard in de keuken én de originele dubbele voordeur van wat ooit de winkel was. “Die lag in een schuurtje achter in de tuin. Een bevriende meubelrestaurateur heeft alle verflagen verwijderd en het hout hersteld. Bij het ophangen ontdekten we dat de originele gaten voor de scharnieren er nog steeds zaten. We hoefden de panelen alleen maar vast te schroeven en ze pasten perfect.”
No guts, no glory
De laatste kleurwijzigingen in het pand waren omstreeks de jaren 80 gedaan. Toen leek het iemand een geweldig idee om alle omlijstingen en plinten roze te schilderen. “De basis moest wit worden met zwarte accenten”, wist Elise al snel. “Ik vind dat rustgevend, sophisticated en klassiek.” Maar ze houdt ook van een statement. En dat wilde ze maken met de woon- en eetkamer. “Ik heb uren besteed aan het bedenken en inrichten van deze kamers. Ze liggen op het noorden, dus er valt ‘koel’ licht binnen. Doorgaans wordt dan aangeraden om voor warme kleuren te kiezen als rood, bruin of geel. Ik besloot tóch voor donkergroen (Taubmans Dark Green Velvet) te gaan. Het is een van mijn favoriete kleuren en het heeft iets knus.” Ze richtte de ruimtes in met klassieke meubels die ze overal en nergens tweedehands op de kop tikte. “Ik zoek nooit naar specifieke items, maar laat me leiden door wat ik mooi vind. Als je dat dan uiteindelijk bij elkaar zet, komt het allemaal overeen. Eigenlijk zijn de lelijkste en donkerste kamers het mooist geworden”, concludeert ze. En dan was er nog een dingetje dat haar dwong om met een creatieve oplossing te komen. Het rookkanaal loopt vanuit de houtkachel in de benedenkamer omhoog. Het bleek niet in een discrete hoek van de kamer op de bovenverdieping geplaatst te kunnen worden, maar pontificaal in de ruimte. Toen had Elise een ingeving. “Om de aandacht af te leiden van die metalen buis heb ik de muren hier voorzien van zwart-goud behang van Cole & Son en zwarte accenten toegevoegd. Nuchter: “Bij elke verbouwing moet je constant bijsturen en flexibel zijn. En om lelijke dingen heen werken.” Je kunt Elise en haar (verbouw)avonturen volgen op Instagram, @mistermunro. Het huis is ook te huur voor vakanties, kijk op elisecroker.com.au CREDITS: TEKST EVELYN VAN DRIEL FOTOGRAFIE & STYLING MARNIE HAWSON/LIVING INSIDE
Meer fijne binnenkijkers
- Tussen de gouden graanvelden op het groene Deense eiland Seeland vonden Anna en Lars Norrman hun droombestemming. Ze toverden de landgoedboerderij uit 1919 om tot een heerlijke ‘hideaway’ in een inspirerende mix van bohemian en vintage. Voor henzelf én hun B&B gasten.
- Van een authentieke cottage vlak bij Kaapstad maakte interieurontwerper Charlotte Collins een cosy buitenverblijf. Ze richtte het in met antieke meubels en vintage metaal als verrassende eyecatcher. Statige portretten die doen denken aan oude meesters en behang met een Delfts blauw patroon zijn een knipoog naar het Hollandse verleden hier. Hier zie je meer van deze ‘cosy cottage’.
- Authentiek behang uit Engeland, verfkleuren uit Scandinavië en vintage interieurstukken uit Frankrijk. Laat het maar aan woonstylist Roos Eldering over om deze ingrediënten op een inspirerende manier met elkaar te mixen. Neem een kijkje in dit huis vol vintage vondsten en authentiek behang.