Hollandse winters zijn allesbehalve grauw en kaal op de kwekerij van Hans Prins. Met dank aan de kleurige winterbloei van de vele camelia’s die Hans kweekt: van frêle anemoon-bloemigen tot donkerrode ‘Japanse rozen’. Hij kocht 40 jaar geleden een boerderij met grote lap grond waarop hij onder meer experimenteert met planten van het zuidelijk halfrond. Camelia’s test hij al dertig jaar uit.
Cameliaboom
Camelia’s te over in de verkoophoek van kwekerij De Groene Prins in de kop van Overijssel; hier lijkt de lente al begonnen. Een hele rij Camellia japonica ‘Spring Festival’ in pot staat in volle bloei met pioenvormige, roze bloemen. “Dit is een perfecte soort om een mooie, wintergroene cameliahaag mee te vormen”, vertelt kweker Hans Prins. Cameliasoorten die te boek staan als ‘matig winterhard’ bewijzen zich hier in Steenwijkerwold al jaren in de luwte van een bamboejungle. Nu de winters steeds warmer zijn, groeit die groep gestaag. De camelia is zeer geliefd vanwege het vroegbloeiende karakter. Op zoek naar meer bloeiende camelia’s duiken we de botanische tuin in. Als nel staan we voor een heuse cameliaboom. De sansanqua ‘Kanjiro’ is wel drie meter hoog en zit vol donkerroze bloemen. “Ik snoei mijn camelia’s eigenlijk nooit”, vertelt Hans. “Alleen als er een tak in de weg hangt. Daardoor groeit de heester hier veel wilder uit dan in de meeste siertuinen. Camelia’s die hier nu zo’n 25 jaar staan, groeien op deze manier langzaam uit tot echte bomen.” Hans wijst op de bast. Die schilfert en is opvallend warmbruin van kleur. “Als bomen ouder worden, krijgen ze soms zo’n mooie kaneelbast.”
Toppen oogsten voor de thee
We wandelen langs een groepje Camelia sinensis, dé theeplant uit China. Hans oogst in de lente de jonge toppen en droogt deze in de kas tot theeblaadjes. In de schaduw van een imposante wintergroene Magnolia grandiflora staat een kleine cameliastruik met leerachtig blad en frêle, anemoonachtige bloemen. Het is een van de oleifera’s die Hans zelf opkweekte uit zaad uit Amerika. De witte bloemen met het gele hartje ruiken lekker zoet. “Camellia oleifera ‘Lu Shan’ is bijzonder, omdat hij extreem winterhard is.” De oleifera’s zijn samen met de sasanqua’s favoriet. “Het zijn échte winter bloeiers die bovendien mooie, enkele bloemen geven.”
Beschut plekje in de tuin
In de ‘ZuidAfrikatuin’ bloeit Camellia sasanqua ‘Yuletide’ met opvallende, kerstrode bloemen. “Veel mensen vergelijken de bloemen van camelia’s met rozen. Daar hebben ze inderdaad veel van weg. Hoewel de vorm heel variabel is: van enkelvoudig en halfgevuld tot pioenvormig.” De meeste camelia’s bloeien rood, roze of wit. Felgele bloemen zijn volgens Hans een echte uitdaging voor kwekers. “Maar de heilige graal is een zuiver oranje bloem. Dat is nog niemand gelukt.” Zelf pot Hans jaarlijks zaden op van eigen camelia’s. De koffieboonachtige zaden zitten verpakt in harde, groene appeltjes. “Na vijf jaar bloeien zaai lingen voor het eerst. Een spannend moment. Als de bloem identiek is, verkoop ik de plant. Als zij zich onderscheidt, ga ik er verder mee kweken.” Elke nieuwe aanwinst krijgt een beschut plekje in de tuin. Compositie is daarbij van ondergeschikt belang. “Ik ben niet zozeer met het esthetische aspect bezig. Ik loop met de camelia als een soort wichelroede door de tuin. Zo probeer ik me in te beelden waar die plant wil staan.”
Steeds vroeger in bloei
Rondom alle planten ligt een dikke strooilaag van schors, dennennaalden en eigen compost. Die beschermt camelia’s en andere vorstgevoelige plan ten tegen vorst, maar vooral uitdroging. Ook werkt Hans regelmatig lava meel en lavagrit door de aarde. “In NieuwZeeland heb ik gezien hoe lava de meest ruige grond supervruchtbaar maakt.” Hans loopt naar een rood bloeiende camelia ‘Jupiter’, die opvallend grote bloemen geeft. Een typische ‘japonica’ volgens de kweker, met zijn donkergroene, glanzende blad. “Bij het tuincentrum spuiten ze er bladglans op. Maar dat heeft de camelia echt niet nodig.” Behalve door bloem en bloei onderscheiden camelia’s zich door bladvorm. Naast gaafgerand kan blad getand of frivool gespleten zijn, zogenaamd ‘vissenstaartblad’. Ook de grootte loopt uiteen. Hans wijst op een exemplaar met kleine, ficusachtige blaadjes. “Het blad van deze lutchuensis is veel kleiner dan gemiddeld. In de jaren negentig zou deze plant het in strenge winters nooit hebben gered. Wat dat betreft ben ik wel blij met de opwarming van de aarde”, zegt Hans lachend. Het verande rende klimaat liet zich afgelopen winter op een bijzondere manier gelden. Cultivars als ‘Setsugekka’ en ‘Shiro Chan’ die normaal gesproken pas in april bloeien, waren in januari al op hun mooist. “Verspreid over de tuin stonden alle cultivars van zeker zes verschillende cameliasoorten in bloei. Dat heb ik nooit eerder meegemaakt. We hadden Kerstmis net gehad toen de lente in de tuin losbarstte.” Lees ook: Januari: de tuinklusjes voor deze maand TEKST MIRJAM ENZERINK FOTOGRAFIE SIETSKE DE VRIES