Thea Seinen ziet ze vliegen: de winterkoning

Marloes Blom

20 December 2022

winterkoning

Van mussen die samen badderen tot de specht die roffelt op de lantaarnpaal voor haar deur: Thea Seinen spot graag vogels. Gelukkig wordt ze op haar wenken bediend in haar tuin aan de rand van de stad én in haar tweede tuin, bij haar stacaravan in een waterrijk natuurgebied. In deze aflevering: de winterkoning.

De winterkoning hoor ik het hele jaar. Voor de winterkoning het snaveltje opent, vat hij post boven op de schutting of kiest een boomtak waar hij goed opvalt. Tegen de lucht is het silhouet van de winterkoning met dat parmantige staartje goed zichtbaar. Dat heel kleine vogeltje produceert zingend tot wel negentig decibel. Nou dat hoor je wel op grote afstand. En dat is precies de bedoeling. Die zang dient om zijn gebiedje aan te geven en in het voorjaar mogelijke partners te imponeren.

Druk ukkie

In de wintermaanden bezoekt de winterkoning vrijwel dagelijks mijn terras. Maar hij is zo klein dat ik er echt voor moet gaan zitten om hem te kunnen blijven volgen. Nu is hij er ook weer. Wat is het toch een ukkie dat altijd druk en wat nerveus zoekt naar voedsel. Ik zie vanuit mijn woonkamer hoe die kleine op het terras erop uit is om spinnetjes, larven, insecteneitjes en overwinterende insecten te vinden. De winterkoning checkt alle kieren in de schutting, steekt de snavel in nisjes en inspecteert de kozijnen. Ik moet steeds kijken waar hij gebleven is, want hij raakt geregeld uit beeld achter een pot of de pol van een kerstroos.

Met dat kleine snaveltje pikt de winterkoning ook allerlei lekkers van de takken van planten in pot, uit de klimroos en tussen de laag bladeren vandaan. De winterkoning is niet ‘winterhard’. Sterker nog, hoe kouder het is, des te meer moet de winterkoning eten om zijn vetreserve op peil te houden. Het is maar een klein vogeltje dat tijdens koude nachten wel tien procent van zijn reserve kan kwijtraken. Tijdens een koude winter met strenge vorst overleven veel winterkoningen het daarom niet. Om de winterkoning aan extra power te helpen, strooi ik elke ochtend meelwormen op de grond in het rommelhoekje in mijn tuin. Daar kan hij in de bosjes verdwijnen als hij zich bedreigd voelt.

In de wintermaanden samen warm blijven

In de wintermaanden overnachten winterkoningen soms wel met zijn zevenen tot tienen bij elkaar in een nest om lekker warm te blijven. Ik heb zo’n nest nooit kunnen ontdekken in mijn tuin. Jammer, ik zou zo graag eens willen zien hoe zo’n slaapzaaltje ontwaakt en de ene na de andere winterkoning het knusse nest verlaat.

Over nesten gesproken. Het liefdesleven van de winterkoning boeit me. Van trouw aan een partner is zelden sprake. Mr. Winterkoning bouwt meerdere nesten. Het vrouwtje mag kiezen welk nest het liefdesnest wordt. Als de ene partner nog druk is met broeden dan legt meneer Winterkoning het alweer aan met een andere vrouw. Die mag ook het nestje kiezen wat haar het beste lijkt. Zit zij ook op de eieren, dan kan het best zijn dat hij achter de volgende vrouw aangaat. De jongen vliegen ook al snel uit, waardoor er weer een volgend legsel kan komen. Dat heeft wel het effect van een ‘huis vol’. Die nieuwe generatie is de compensatie voor het verlies van de vele winterkoningen die strenge winters niet overleven. Zo blijft hun aantal redelijk op peil.

Paspoort

Naam: winterkoning (Troglodytes troglodytes).
Uiterlijk: bovenzijde roodbruin, onderzijde bruinwit met bande- ring en opvallende oogstreep. Kleine snavel, fijne pootjes en kek staartje. Gewicht circa 10 gram, 9,5-10 cm lang.
Vlucht: vliegt met snelle vleugelslag laag over de grond, van bijvoorbeeld struik naar struik of met voer op weg naar het nest.
Zang: zeer luid met trillers en heldere klanken. Alarmroep is een snelle ‘triller’.
Nest: een ovaalvormig nest van mossen en veren met bovenin aan de zijkant een vliegopening. Drie tot vier legsels van vijf tot zeven eitjes per jaar. De jongen vliegen al na ongeveer vijf weken uit.
Leefgebied: bossen, struik- gewas, tuinen en verwilderde groenstroken. Belangrijk is een dichte ondergroei om te schuilen, voedsel te zoeken en een nest te bouwen.
Menu: allerlei insecten, larven, duizendpoten en spinnetjes.
Vijanden: roofvogels, eekhoorns, marterachtigen en huiskatten.

CREDITS: TEKST THEA SEINEN | ILLUSTRATIE MAARTJE VAN DEN NOORT (@maartjevandennoort)

Thea’s eerdere columns

Meer vogels


Meer Wonen