Column van Laura: vurige wens – een kachel…

Marloes Blom

25 november 2020

Duurzaamheid staat centraal in het leven van Laura de Jong (36). Met haar man Jeroen (37) en zonen James (6) en Luc (3) ging ze onlangs een groot project aan: het verduurzamen van een jaren 30-woning in Den Haag die ze opknappen van energielabel G naar A. Voor Seasons beschrijft Laura hoe hun uitgewoonde huis langzaam maar zeker een duurzaam thuis wordt en deelt ze haar ervaringen, vondsten en keuzes met ons. Deze maand: wel of geen kachel? isoleren met jute Met m’n ogen dicht zie ik mijn droomhuis al jarenlang voor me. Een jaren 30 woning met origineel glas-in-lood, een authentiek tegelpatroon en het liefst een granito vloer. Op koude winteravonden sluit ik de ensuite deuren en drinken we thee in de erker, met uitzicht op een knus knisperend haardvuur. Ons project is in de basis al goed, er is een erker en glas-in-lood. Achter de jaren 70 schrootjes ontdekken we 100 jaar oude Mosa tegels en onder het keukenzeil ligt een granito vloer. De droom is bijna compleet. Helaas geen woonkamer ensuite, maar wel een loodzware gaskachel. Maar ons duurzame droomhuis gaat van het aardgas af. We verwarmen het huis straks via vloerverwarming met een warmtepomp. Wat als we toch in de vlammen willen staren? We reserveren budget voor iets vurigs. Maar wat?

Geen open haard of pelletkachel – een houtkachel op maat dan maar?

Een open haard valt af. Het grootste deel van de warmte vervliegt via de schoorsteen, slechts 10 procent blijft binnen. Stoken voor de mussen heet dat. Een traditionele houtkachel doet het beter: die benut de helft van z’n energie. Maar alsnog, de andere helft waait zo naar buiten en er komt heel veel fijnstof bij vrij. Nog een nadeel van deze vuurtjes: die comfortabele stralingswarmte duurt maar kort. Als ons houtblok op is, wordt het al snel weer kil in huis. Een pelletkachel dan? Die regelt de toevoer van de brandstof en de verbranding automatisch. Dat maakt ‘m een stuk schoner: het scheelt per branduur 95 procent fijnstof in vergelijking met een open haard of gewone houtkachel. En: ruim 80 procent van de energie uit hout wordt gebruikt voor warmte. Dat gaat de goede kant op. Toch twee aandachtspunten: een pelletkachel is in drukbevolkte gebieden ongeschikt door de fijnstof die er toch nog vrijkomt. En je kunt je kachel alleen met pellets gebruiken, dus geen lokaal gesprokkeld hout. Deze brokje geperst hout komen vaak van ver, dus hoe duurzaam is dat dan? Het kan nog schoner en zuiniger, ontdek ik bij het Friese familiebedrijf Tigchel. Sinds 1985 maken zij houtkachels op maat. Je kiest zelf de kleur, het formaat en het deurtje en een paar maanden later wordt de kachel bij je opgebouwd of zelfs ingebouwd in een lemen muur, als je wilt inclusief verwarmd bankje. Met een mand goed gedroogd hout is het rendement 93%. De kachel brandt één tot anderhalf uur, maar slaat de warmte op in zijn massief stenen lichaam. Daarmee heb je nog eens 12 tot 24 uur heerlijke stralingswarmte, dat scheelt uren fijnstof. Oh, en deze Tigchelkachels zien er ook nog eens prachtig uit.

De (voorlopige) conclusie: geen kachel

Richting het eind van onze verbouwing besluiten we de kachel voor nu weg te laten. We kunnen het budget goed gebruiken om andere gaten te dichten. En ons droomhuis staat in Den Haag. De luchtkwaliteit is hier al slecht, daar willen we geen extra fijnstof aan toevoegen. Een winter later hebben we de kachel nog niet gemist. De vloerverwarming blijkt zo comfortabel, de kinderen spelen graag op de vloer. Samen met de isolatie geeft het veel rust in huis, door de constante temperatuur en nergens tocht of andere luchtstromen. Soms gaat een droom in vlammen op, maar blijkt het alternatief zeker zo fijn.

Lees ook de eerdere columns van Laura

CREDITS: PORTRET GEZIN: LIZ GROEN OVERIG: PRIVÉBEZIT