We zijn minder buiten te vinden, maar er zijn voldoende klussen voor in je tuin te doen om er een mooie herfsttuin van te maken.
Aan de slag
- Hark afgevallen blad tussen (niet erop!) de vaste planten. Het blad is goede mulch en beschermt de wortels tegen vorst.
- Laat zoveel mogelijk uitgebloeide stengels staan, snoei alleen kort als de planten zijn omgevallen. Planten met holle stengels moet je sowieso met rust laten, als je die kort snoeit, lopen ze vol met water en rotten weg.
- Arme (zand)grond? Geef de tuin een boost met een flinke laag compost of bladaarde. Dat verbetert de structuur van de grond.
- Tot ongeveer half oktober kun je nog verplanten en scheuren. Dan hebben de planten nog voldoende tijd om aan te slaan voor de winter.
- Coniferen en groenblijvende struiken mag je in oktober verplanten. Wacht met het verplanten van bladverliezende struiken totdat al het blad gevallen is.
- Verticuteer de grasmat om de viltige moslaag eruit te halen en de wortels te beluchten.
- Plant rozen en hagen, ze worden in november volop met kale wortels aangeboden. De prijs is gunstiger dan van planten die zijn opgekweekt in een pot. Bovendien kun je het wortelgestel nu goed beoordelen.
Winterstalling
- Haal de niet-winterharde bollen uit de grond en bewaar ze op een koele, droge plek in een kistje met turfmolm.
- Zet vorstgevoelige kuipplanten op een lichte plek in de schuur of breng ze onder bij een kweker in de buurt.
Kort koppie
- Snoei in november de knotwilgen- en elzen. Je kan dit klusje overigens ook uitstellen tot het vroege voorjaar.
- Zit er geen blad meer aan de fruitstruiken? Dan mag je ze een verjongingssnoei geven.
