Edwin Florès startte zijn carrière als salesmanager maar werd wildplukker. Lees hier zijn verhaal.
Rijkdom van de eetbare natuur
“De mens is niet gemaakt om van half negen tot half zes in een hokje achter een scherm te zitten. Van nature zijn wij buitenmensen, gemaakt om de elementen te voelen. Die genen van jagers en verzamelaars zitten nog steeds in ons DNA, we zijn geboren wildplukkers. We wisten precies wat we waar konden plukken, hakken en opeten. Het zit dan nog wel in onze genen, maar veel kennis is verloren gegaan. Het is jammer dat we die rijkdom van de eetbare natuur niet meer herkennen. Die kennis wil ik graag terugbrengen. Voor een volwaardige salade hoef je alleen de berm maar in te lopen. Daar groeit daslook, zevenblad, duizend-blad, speenkruid, molsla…. dat is toch wat anders dan een salade van kropsla alleen. Als je wilt kun je nog wilde pastinaakjes opgraven of de grote kliswortel. En voor een stukje vlees zwemt er altijd wel een eend in de sloot.”
Wildplukker van jongs af aan
“Als klein jongetje was ik al aan het plukken. De aanzet tot mijn wildplukbestaan komt van mijn moeder. We hadden het niet breed thuis, echt niet breed. We hadden een enorme moestuin, kippen en konijnen voor de slacht en elk jaar in augustus duwde mijn moeder alle vijf kinderen een grote emmer in de hand en gingen we met z’n allen op de fiets naar het bos: bosbessen zoeken. Natuurlijk maakten we er altijd een wedstrijdje van wie als eerste z’n emmer vol had en de dag erna kregen we als beloning fantastische bosbessenpannenkoeken. Ik vond het een feest. Ik denk dat hier de kiem is gelegd voor mijn vrijevogelbestaan. In de natuur voel je je vrij en wildplukken dwingt je om al je zintuigen op scherp te zetten. Je moet meters maken, blijven zoeken en speuren, ruiken en kijken.”
Van salesmanager naar wildplukker
“Ik werkte een jaar of tien als salesmanager in de uitzendbranche tot ik het niet meer kon opbrengen. Het was te onecht. Komt bij dat ik nogal direct en impulsief ben en dat wordt niet altijd goed ontvangen. Kunnen zeggen wat je wilt, is voor mij belangrijk. Voor de zaak moest ik elk jaar vijftien miljoen omzet bij elkaar harken. Ik dacht als ik voor mezelf nu eens één procent daarvan zou kunnen halen, dan ben ik er. Bovendien ondersteunde ik al een vriendin met sales. Zij was net begonnen met Casa Foresta: het verkopen van groeisubstraatpakketten met paddenstoelen. Ik vond dat wel grappig, zo’n stukje eetbaar bos thuis. Samen hebben we het van de grond getrokken tot zij het te groot vond worden. Ik dacht: ik neem het over, schrijf er een paar boeken bij en ga workshops geven, dan moet ik wel een inkomen kunnen genereren. Ik heb op een A4’tje een businessplan geschreven, ontslag genomen en: knallen maar met Casa Foresta.”
Groot avontuur
“Ik begon met het verkopen van substraatpakketten, groeide uit tot wildplukker, en nu heb ik sinds vijf jaar met Casa Foresta mijn eigen anderhalve hectare waar ik workshops geef en prei, bieten, engelwortel en pimpernel kweek, alles wat de koks maar willen hebben. Ik lever aan vijftien restaurants in Amsterdam, van RIJKS tot Visaandeschelde en Ron Blaauw. Naast wildplukker en kweker ben ik bijen-, varkens- en schapenhouder geworden. Het waren allemaal experimenten en alles bij elkaar is het nog steeds een avontuur. Deze lap grond is nog wel het grootste avontuur. Toen ik op mijn slaapkamertje begon had ik niet kunnen bedenken dat ik binnen zes jaar dit zou hebben in samenwerking met beroemde chefs.” Edwin Florès: ‘Elk avontuur begint met experimenteren’
Lezen en dan gewoon doen en uitproberen
“Elk avontuur begint met experimenteren. Ik ben een autodidact. Alles is al eens voorgekauwd door anderen, in boeken of op internet te vinden. Lezen en dan gewoon doen en uitproberen, dat is mijn methode. Als ik een big wil uitbenen, doe ik het twee keer met een slager en dan snap ik het wel. Als je de vliezen volgt en een beetje weet hoe de anatomie van het beest in elkaar zit, komt het goed. Fermenteren was ook totaal nieuw voor me. Gewoon doen, dan leer je het vanzelf. Dat geldt ook voor paddenstoelen zoeken, dat hoeft niet eng te zijn. Determineren kun je je zelf aanleren en als je op pad gaat, zeg ik altijd, neem dan twee veldgidsen mee van twee verschillende schrijvers en leg die goed naast elkaar. Het is net als het in elkaar zetten van een Ikea-kast, als je de beschrijving goed leest, kan het niet mis gaan.”
Zelfgemaakte katapulten
“Met mijn vriendje Raymond speelde ik eindeloos buiten. Met zelfgemaakte katapulten, pijlen en bogen stelden we ons voor dat we Germanen waren – ik was ook gek op geschiedenis. We visten, plukten paddenstoelen, bessen en brandnetels en maakten soep. Die fascinatie voor de natuur heb ik altijd gehad. Ik zei altijd voor de grap dat ik mezelf graag ter adoptie aan David Attenborough zou aanbieden. Die wilde ik best als vader hebben, dan kon ik mee naar al die prachtige parken en landen. Maar ook zonder Sir David als vader heb ik inmiddels mooie reizen gemaakt. Op Ceram in de Molukken ging ik drie weken met twee mannen en twee hondjes op hertenjacht. Het is geweldig te zien hoe deze mensen de natuur lezen. Ze graven eetbare larven op en weten hoe je water uit het blad van een liaan kunt drinken.”
Vrije vogel
“Ik voel me een vrije vogel. Een wekker zet ik nooit. Als ik nu besluit vandaag niks meer te doen, ga ik in m’n hangmat liggen. Ik kan ook beslissen vandaag aan m’n boek te gaan werken, dan hoeft het morgen niet. Er is niemand die mij vertelt wat ik moet doen, of hoe. Natuurlijk moet ik op tijd leveren, vanmiddag moet ik nog tweeduizend sleedoorntakjes knippen, dat wordt een beste klus. Maar verder is er alleen het ritme van de natuur dat mij dicteert. Als de daslook in het voorjaar opkomt, dan weet ik dat ik vijf weken heb, daarna is het weer weg.”
Plukken in de ochtend
En plukken moet je in de ochtend doen, dan staan de kruiden nog strak van de nacht. Net als mensen, die zijn ‘s avonds ook moe als de zon de hele dag op hun bolletje heeft gestaan. Als ik om half zeven in de beek waterkers sta te plukken, de vogels fluiten, de zon komt door het groen, het is achttien graden, de watertemperatuur is hooguit zeven, ik heb het warm en koud tegelijk, dat is voor mij de essentie van zijn. En als ik dan aan het eind van de dag besluit dat ik het belangrijkste voor die dag gedaan heb, hang ik nog een uurtje in de hangmat. Dan is het leven mooi.”
Meer over wildplukker Edwin Florès
Na een carrière in het bedrijfsleven ging Edwin terug naar wat hij als kind al het liefste deed: het bos in en eetbare paddenstoelen, bessen en kruiden plukken. Naast wildplukker is hij kweker van groenten en fruit, voornamelijk voor Amsterdamse toprestaurants. Dat doet hij op een grote lap eigen grond in het Gelderse Ressen. Er lopen varkens, schapen, geiten, ganzen en kippen, en hij geeft er workshops. Edwin organiseert bovendien culinaire natuurreizen naar Noorwegen, Schotland en Kroatië. Hij schrijft boeken over de eetbare natuur en wildplukken. Edwin is aangesloten bij de internationale Association of Foragers die duurzaamheid en ecologisch rentmeesterschap promoot. Kijk op zijn website casaforesta.nl voor workshops en andere informatie. Interview: Annemarie Bergfeld | Fotografie: Lode Greven
Lees ook:
Vrije Geest: Arita Baaijens Vrije Geest: Joshua van Eijndhoven