Ode aan het onvolmaakte: botanisch porselein van keramiste Delphine Niez

Marloes Blom

31 oktober 2021

Haar objecten staan vaak een beetje uit het lood, haar kopjes en schalen voelen soms wat hobbelig aan en zijn niet altijd egaal van kleur. Maar juist dat maakt het botanisch porselein van keramiste Delphine Niez perfect. Nog voor het eerste croissantje van de dag checkt Delphine Niez de weersverwachting. Een dagelijks ritueel van de Française. De temperatuur bepaalt namelijk wat ze kan gaan doen. “De klei blijft te nat als het te koud is”, legt ze uit in haar atelier, een sfeervol houten gebouwtje in de tuin. “Onmogelijk om er dan iets mee te maken. Bij te warm weer droogt hij weer te snel. De kans op scheurtjes is dan groot.” Het werken met porselein luistert nauw, zegt Delphine, woonachtig in Poitiers. Tijdens het maakproces zijn aardewerk en steengoed, de twee andere keramieksoorten, volgens haar ‘vergevingsgezinder’. “Porselein heeft een sterke eigen wil. Als de omstandigheden niet perfect zijn, word je genadeloos afgestraft. Je moet snel zijn, veel tijd om iets te veranderen krijg je niet.” Maar juist dat veeleisende karakter vindt Delphine aantrekkelijk. “Het eindresultaat is heel fragiel. Geen enkele keramieksoort vangt het licht zo mooi.” botanisch porselein

Breken met traditie

Porselein vond via China, land van oorsprong, in de dertiende eeuw zijn weg naar Europa. Een ‘nobel materiaal’ noemt Delphine het baksel van kaolien (porseleinaarde). “Het heeft altijd een zeker prestige gehad. Je ziet het aan de traditionele decoraties, van ragfijne tekeningen van jachtscènes tot afbeeldingen van populaire bloemen, zoals de roos.” Dergelijke pronkstukken heeft ze zelf ook gemaakt, lang geleden. Na haar opleiding aan het Collège Olivier de Serres, de academie voor toegepaste kunsten in Parijs, ging ze aan de slag bij Porzellan Manufaktur Nymphenburg. Een fantastische ervaring, noemt ze haar jaren bij de beroemde porseleinfabriek in München. Maar uiteindelijk besloot ze toch haar eigen weg te gaan. Ze brak met het maken van traditioneel porseleingoed om meer down to earth te gaan werken.

Sculpturen van voorwerpen uit de natuur

Haar objecten houden het midden tussen brokken koraal en kommen die net iets te onregelmatig en te opengewerkt zijn om er een salade in te serveren. Het zijn sculpturen, vertelt ze. “Bij het maken ervan gebruik ik voorwerpen uit de natuur zoals dennenappels, zaaddozen en bloemen. Ik dip ze in een soort vloeibare klei, ook wel porseleinslip genoemd.” Ze wijst naar het rek naast de houtkachel. “Zie je die zaadpeulen met witte kleimutsjes? Van een goudenregen, ze moeten nog drogen. Uiteindelijk wordt in de oven het plantaardig materiaal weggebrand en ontstaan prachtige vormen in het porselein. De objecten ogen organisch, maar zijn het niet. Je zou ze kunnen vergelijken met fossielen, maar dan door een mensenhand ontstaan. Mooi vind ik dat. Net als het gegeven dat je aan het eindresultaat niet meer kunt zien welke technieken er zijn gebruikt.” botanisch porselein

botanisch porselein

Vondsten uit de natuur worden in vloeibare klei gedoopt, het porseleinslib. In de bakoven brandt het plantaardige materiaal op en blijft de porseleinen vorm uiteindelijk over.

Geïnspireerd door onkruid

Ze maakt ze nog af en toe, sculpturen. Sinds een aantal jaren richt Delphine zich echter meer op functioneel keramiek. Haar kunstwerken vielen bij musea en galeries in de smaak, ze won er zelfs diverse prijzen mee, maar ze miste iets. “Gebruiksvoorwerpen zijn voor iedereen toegankelijk. Je hoeft niet te discussiëren over het nut van een bord, schaal of vaas, het behoeft geen uitleg.” Het klinkt als een grote stap, van beeldende kunst naar serviesgoed, maar eigenlijk valt dat best mee, vindt ze. “De natuur blijft mijn ultieme inspiratiebron. Daar is niks aan veranderd.” Delphine voorziet haar flinterdunne, bijna transparante serviesgoed namelijk van botanische decoraties. En dan niet de roos, chrysant of een andere deftige bloem, maar planten die niet bepaald op handen worden gedragen: onkruid. “We bestempelen bepaalde flora vaak als ongewenst, maar als je ze gaat bestuderen, zijn ze wonderschoon. Bovendien vind ik het contrast wel spannend: nobel porselein gedecoreerd met iets simpels als weegbree of akkerwinde.” Om het contrast met de traditionele decoraties nog wat aan te zetten, hanteert ze een ingetogen stijl. “Je kunt mijn decoraties het beste vergelijken met pentekeningen.”

Botanisch porselein met een kartelrandje

Delphine schetst een plantje eerst op papier. Daarna tekent ze de onkruidfamilies in fijne lijnen op het porselein, met een speciaal potlood waardoor de tekening in de oven gefixeerd wordt. De afgelopen jaren heeft ze een alleraardigst botanisch oeuvre opgebouwd. Van bonte wikke tot gewone duivenkervel, van krulzuring tot kleine brandnetel en van rode klaver tot kleine reigersbek; er is een wereld voor haar opengegaan. “Alleen al binnen de familie van schermbloemigen komen zo’n 3500 soorten voor – ik kan nog wel even vooruit. Kruiden laat ik links liggen, doe mij maar zevenblad en wilde peen. En dan heb ik het nog niet gehad over al die andere onkruidfamilies zoals kruisbloemen, nachtschade en anjer.” Aan de onderkant van elk stuk schrijft ze de plantennaam in het Latijn. “Op die manier kunnen je binnen een familie een serie verzamelen.” Een plantje tekent ze doorgaans één keer, aan herhalen heeft ze een broertje dood. Aan perfectie trouwens ook. Haar kopjes en mokken staan een beetje uit het lood, voelen soms wat hobbelig aan en zijn vaak niet egaal van kleur. Delphine streeft duidelijk niet naar ‘bone china’ oftewel ivoorporselein, porselein van de hoogste kwaliteit dat volgens een bepaald procedé is gemaakt. Sterker nog, ze probeert haar porselein een kartelrandje te geven. “Ik heb jaren in Zuid-Afrika gewoond. Het emaillen serviesgoed dat daar veel gebruikt wordt, vind ik prachtig. De butsen, krassen, ja zelfs de verroeste rand; het vertelt een verhaal. Ik probeer ook iets van dat gevoel in mijn porselein te stoppen. Randen geef ik bijvoorbeeld graag een kleurtje, inclusief de suggestie van beschadigingen.” Een glazuurlaag brengt ze niet aan. “Ik hou van een zachte uitstraling, van naturel.” botanisch porselein

botanisch porselein

botanisch porselein

Klei is het leukste speelgoed

Sommige keramisten gieten porselein, Delphine gebruikt zo veel mogelijk haar handen bij haar botanisch porselein. “Als je goed zoekt, vind je afdrukken van mijn vingers”, lacht ze. Als kind vond ze klei al het leukste speelgoed, en dat is nog steeds zo. “De eerste keer de klei aanraken met mijn vingers… Er bestaat geen mooier gevoel. Het is als thuiskomen en tegelijkertijd aan een nieuwe reis beginnen. Het blijft elke keer weer spannend. Hoe voelen mijn handen vandaag? Het materiaal? Hoe komt het uit de oven?” En zelfs als het werk erop zit, laat het haar niet los. “Ik probeer me soms voor te stellen hoe iemand ergens in een keuken geniet van koffie uit een kopje van mij. Zoiets eenvoudigs, een voorwerp waar je niet gauw bij stilstaat en toch wezenlijk bijdraagt aan het plezier in het leven. Ik vind het een eer om dat te kunnen maken.” Meer van het botanisch porselein van Delphine zie je op haar site: delphineniez.com botanisch porselein CREDITS: PRODUCTIE FEATURES & MORE | TEKST CHANTAL HINTZE, LEO ALEXANDER SCHLANGEN | FOTOGRAFIE FABIENNE DELAFRAYE | STYLING WILMA CUSTERS

Meer keramiek

  • Over één bord doet keramist Anouk Kramer rustig twee weken. Maar dat is geen straf in haar atelier aan huis. Gevestigd in een houten schuur, bij een oude, schitterend verbouwde stolpboerderij in het Noord-Hollandse Spijkerboor. Haar interieur is een echte inspiratiebron – wij namen een kijkje in de unieke keramiekboerderij.
  • Ook de Nederlandse keramiste Brenda van Roekel maakt botanisch porselein. In haar tuin ligt de inspiratie voor het oprapen. Vooral in de herfst, wanneer de zaaddozen aan planten verschijnen en de bomen hun grillige silhouetten prijsgeven. In haar atelier vertaalt ze die organische vormen in bijna poederig porselein.