Groene cottagetuin – met hagen en wilde bloemen

Marloes Blom

17 mei 2022

cottagetuin

Er valt altijd wel iets te knippen in de tuin van de Deense Bodil Schmidt. Bodembedekkers die enthousiast over paden kruipen. Heesters die te veel schaduw maken. Hagen met een warrige coupe. En dankzij enkele gewaagde snoeiacties ontstonden spannende coulissen, die een groen podium bieden aan wilde bloemen.

De buxusmot is de tuin van Bodil Schmidt duidelijk voorbijgevlogen. De voortuin opent hier in het Deense Holte met een glooiend lijnenspel van grote groene bollen. Een emmer as uit de open haard ieder voorjaar is het geheim van de tuin- en landschapsarchitecte: “As is een meststof waar de heesters weerstand van krijgen. Op die manier zijn ze minder vatbaar voor schimmel. Ik hoop dat het ze ook sterk genoeg maakt om een aanval van de buxusmot te overleven. Want dat zou rampzalig zijn voor mijn tuin.”

Geïnspireerd door de tuin van haar Zweedse collega Sven-Ingvar Andersson, legde Bodil een dynamische groene basis met buxus rondom haar houten woning. Het ritme van de deinende bollen wordt in de voortuin overgenomen door een imposante ‘lacecap’ hortensia. Bodil snoeide de kruin hoog op, zodat de kronkelige stammen bloot kwamen te liggen. Alleen aan het uiteinde van de takken is het groen en verschijnen straks bloemen. Een geslaagd experiment van de tuinvrouw, die altijd een snoeischaar op zak heeft. “De hortensia gaf veel schaduw. Ik vond de vorm ook te compact. Op deze manier is hij veel interessanter. Ik houd van het schaduw- en lichtspel dat ontstaat nu de structuur meer open is. Bovendien krijgen de planten die eronder staan nu eindelijk de kans om zich te settelen.”

Getemde wildernis

De truc met de opgekruinde hortensia staat niet op zichzelf. Overal in de tuin trekt Bodil de snoei- of heggenschaar als vormen haar niet aanstaan. Zo ook op de oprit, waar een Cornus mas het zicht blokkeerde. Nu de stammen kaal zijn, bloeit de border rondom helemaal op. Lelietjes-van-dalen, witte herfstanemonen en vingerhoedskruid zorgen er voor een bosachtige sfeer. Een goed voorbeeld van de balans waar Bodil voortdurend naar zoekt. Want voor een natuurlijk tegenwicht laat ze in de kruidlaag de touwtjes vieren.

“Ik houd van een getemde wildernis. Met enerzijds de duidelijke lijnen en anderzijds de losheid van wilde planten. In mijn voortuin is die combinatie ook heel geslaagd. Daar bloeien tussen de groene buxusbollen zeeën van geelwitte helmbloemen. Die heb ik hier nooit geplant, maar verwilderen massaal. Ze bloeien de hele zomer lang. Echt een cadeau.” Ook koestert Bodil het fluitenkruid en de gele schijnpapaver. Beide weven zich losjes door de borders.

Lange schaduwen

Bodil tuiniert al bijna veertig jaar op deze plek ten noorden van Kopenhagen. Ze startte met een moestuin en een groot veld voor aardappels. Na een aantal jaren wierpen de hoge sparren rondom lange schaduwen. De oogst rijpte daardoor moeizaam. Bodil gooide de tuin op de schop. Op plekken met de diepste schaduw plantte ze rododendrons en legde ze een bosbessenlaantje aan. Dichter bij huis werkte ze stap voor stap romantische cottageborders uit. “Ik gaf jaren les aan kwekers, onder meer in het snoeien van bomen en fruitbomen. In mijn eigen tuin bracht ik niet alleen mijn kennis en ervaring in de praktijk, maar kon ik ook volop experimenteren. Zo heb ik hier vijf verschillende appelbomen opgekweekt in leivorm. Ik vond het heerlijk om, naast mijn werk voor anderen, hier thuis vooral mijn gevoel te volgen. Mijn tuin werd echt mijn uitlaatklep.”

Frisgroen podium

Niet alleen beeldbepalende heesters houdt Bodil onberispelijk in vorm, ze speelt ook graag met de verschillende haagstructuren in de tuin. Zo vormt ze van beukenhagen hoge ronde obelisken en tuinkamerschermen. Ze zet er buxusbollen en grillige struiken tegenaan, waardoor een spannende gelaagdheid ontstaat. Groene coulissen zijn het, die voor diepte zorgen. “Ik geniet van een stevige groene basis die jaarrond mooi is. Daarin combineer ik verschillende bladstructuren. Bladplanten weven de verschillende elementen aan elkaar. Hosta’s, elfenbloem en Helleborus orientalis bijvoorbeeld.

Ook ben ik dol op het blad van het lelietje-van-dalen. Dat vormt hele tapijten in de lente. Wintergroene bladplanten zijn eveneens heel belangrijk, zoals varens, mansoor en het blad van Phlomis russeliana.” Het groen biedt een fris podium aan de bloemen van vaste planten en heesters. Die bloeien vrijwel overal roze, wit en lichtblauw. “Eenvoudige bloemen hebben mijn voorkeur, zoals de bloesem van appelbomen en anemonen. Ze zorgen voor subtiele lichtaccenten, voeren nergens de boventoon. Behalve dan als de rozen en clematissen massaal bloeien in mei en juni. Ik vind het niet erg als daarna de rust weerkeert in de tuin.”


In mei en juni mogen de rozen weelderig bloeien, daarna vindt Bodil het fijn als de rust wederkeert.

Parapluvorm

Op enkele lage taxushaagjes na, knipt Bodil al het groen in glooiende lijnen. Ze houdt van de organische vormen omdat ze natuurlijk en zacht ogen. Zelfs een grote ginkgo nam ze onderhanden toen die te groot dreigde te worden. Ze dwong de kroon terug tot een koepel. “Ik had het nog nooit ergens gezien, maar het heeft heel goed uitgepakt. In het najaar, wanneer het blad verkleurt, is het een grote gouden bol.”

De bestaande sierappelboom op de erfgrens bracht ze in haar favoriete parapluvorm. “Alsof de boom zich over je heen buigt.” Het vormenspel bezorgt Bodil het nodige snoeiwerk. Maar daar draait ze haar hand niet voor om. “Ik vind het leuk om te doen. Ook de hoge klussen doe ik gewoon zelf. Ik zorg ervoor dat mijn ladder vast staat aan de beukenhagen, zodat ik stabiel sta. En dan ga ik er met de elektrische heggenschaar langs.” 

Mooi vergroeid

Behalve met groen, speelt Bodil graag met verharding in de tuin. Zandstenen tegels, flagstones, grind, split en ronde keien dragen bij aan de sfeer in de acht tuinkamers. Mede dankzij een vriendin, die een natuursteenbedrijf runt. “Mijn tuin was een tijdje een soort van toonzaal voor haar klanten. Ik vond het belangrijk om de materialen mooi te laten vergroeien met de tuin. Al was dat even zoeken. De bodembedekkers moesten beloopbaar zijn en niet te veel woekeren, zoals het gras dat voorheen tussen de flagstones stond. Nu groeit hier het koperknoopje. Dat blijft netjes op z’n plek.”

Op de klinkertrapjes in de tuin zette Bodil Cotoneaster ‘Rami’ uit, een beloopbaar miniheestertje. “Het bloeit in de lente en draagt rode bessen in de herfst. Maar eerlijk is eerlijk; ik zit hier wel regelmatig met de snoeischaar om het terug te dringen. Anders neemt het de overhand.”


Een houten bankje verbindt de twee gesnoeide obelisken van haagbeuk. Tussen de flagstones experimenteerde Bodil met verschillende bodembedekkers; het koperknoopje is favoriet.

Haag met venster

Van de acht verschillende tuinkamers is de moestuin nog altijd Bodils favoriet. In het hart van de tuin, de zonnigste plek, ontwierp ze kleine ronde bedden. Er groeien succesgewassen als knoflook, rabarber en tuinbonen. Ze begrenst de groenten met decoratieve ringen van cortenstaal. Grote zinken teilen vult ze er met verschillende soorten munt en tijm. “Het geeft me veel voldoening om mijn eigen kweek te oogsten. De eerste rabarber, gebleekt onder potten, is echt een feestje om te eten. Ook ben ik dol op allerlei soorten bonen. De hele zomer maak ik er salades mee.”

Op het laatste hoekje van de tuin is een vuurplaats ingericht. Vroeger stond hier het konijnenhok van Bodils dochter Marie. Speciaal voor haar snoeide ze een raam in de beukenhaag. “De haag stond al in de tuin toen ik hier kwam wonen. Ik wist niet goed wat ik ermee moest doen. Toen mijn dochter een konijn kreeg, kwam ik op het idee van dit venster. Op deze manier kon ze vanaf een afstandje toch haar konijn zien.” Nu biedt het raam een blik op het kampvuur, dat regelmatig brandt in de avond. Bodil verbrandt er haar tuinafval. En als haar kleinkind op bezoek is, wordt er snobrød gebakken, stokbrood met een worstje. “Ik heb niet vaak de rust om te zitten in mijn tuin. Behalve als ik gasten heb; dan pak ik graag uit met een barbecue. Op die avonden kan ik echt genieten van de sfeer die ik hier heb neergezet.”

Over deze tuin
Tuinstijl: Romantische cottagetuin met acht verschillende tuinkamers. Hoofdrol voor vormsnoei en groene bladvormen.
Waar: Holte, Denemarken
Grondsoort: Klei
Sinds: 1983
Afmetingen: 1002 m2
Ligging: Rondom een houten zomerhuis uit 1982, omgeven door oude sparren, met een bostuin op het noordoosten, een buxustuin vol herfstkleuren op het westen en een moestuin in het hart van de tuin. 
Bijzonder: Coulissevorming dankzij vormsnoei van heesters en hagen. Het opkruinen van heesters. Toepassing van verschillende soorten (sier)bestrating.
Ontwerp: Bodil Schmidt

Tuinplattegrond Pauline van Eijle

CREDITS: TEKST MIRJAM ENZERINK | FOTOGRAFIE MAAYKE DE RIDDER | TUINPLATTEGROND PAULINE VAN EIJLE

Meer (cottage)tuininspiratie

  • Voor de liefhebbers van de cottage garden: de zomerviolierMatthiola incana
  • Een bijzonder lijnenspel, een vijver, meerdere terrassen en veel bloemen in roze, wit, blauw en lila. Willemijn Witte heeft een prachtige tuin in cottagestijl, die ze niet alleen deelt met haar man, maar ook met hun ‘gevederde vrienden’. “Elk jaar broeden vogels hier hun nesten uit.”
  • Beatrix Potter woonde en werkte in de boerderij ‘Hill Top’, in het dorp New Sawrey. Een bezoek aan haar voormalige cottage is alsof je in haar tekeningen bent gestapt, zo merkte journalist en fotograaf Kat de Baerdemaeker.