Langzamer en bewuster leven is een mooi streven, maar hoe doe je dat? Eva Krebbers geeft met haar boek ‘Slow living’ praktische en inspirerende tips om heerlijk zen van te worden. Zoals het maken van deze moestuinbak van wilgentenen. En als je dan toch bezig bent, misschien ook maar zo’n toffe tipi…?
Zelfmaakideeën uit de natuur (3) – moestuinbak van wilgentenen
Met wilgentenen kun je praktische en duurzame dingen maken, zoals een moestuinbak, maar ook een schutting of een ‘groene’ tipi voor in de tuin.
Wanneer?
Van half december tot half april worden knotwilgen geknot, ofwel gesnoeid. Dan zijn er dus verse, buigzame wilgentenen te krijgen. Wilgentenen die gedroogd zijn, kun je weer buig- zaam maken door ze minstens 12 uur te weken in water. Of leg ze op het gras en sproei ze nat. De dauw helpt je een handje.
Dit heb je nodig
- verse wilgentenen (zelf knotten, informeren bij een boer of bij de gemeente – ze zijn vaak gratis verkrijgbaar)
- krachtige snoei- of takkenschaar
- hamer of grondboor
Zo maak je de moestuinbak
- Maak de ondergrond vlak en onkruidvrij. Snijd de dikste wilgentakken in stukken van 50 cm. Dit worden de palen. Je hebt er 8 nodig voor de hoeken, en nog extra als tussenpaal om de 60 cm.
- Sla de hoekpalen met een hamer in de grond. Op elke hoek komen twee palen. Sla om de 60 cm een tussenpaal in de grond. Zorg dat de palen minstens 20 cm diep in de grond zitten.
- Het vlechtwerk: begin bij een hoek met het dikke stuk van een wilgenteen. Slalom dit om de tussenpalen heen, en voel spanning ontstaan. De tweede wilgenteen begin je op hetzelfde punt, maar aan de andere kant van dezelfde hoekpaal. Voor teen 3 en 4 herhaal je dat aan de tegenoverliggende hoekpaal, zodat de hoogte van het ‘muurtje’ gelijk opgaat.
- Druk de gevlochten wilgentenen regelmatig naar beneden voor meer stevigheid. Wanneer alle kanten gevlochten zijn, knip je de uitsteeksels en palen op gelijke hoogte af. Het principe voor een schutting is hetzelfde, alleen gebruik je kastanjehout voor de palen, die je 60-80 cm diep in de grond zet.
En zo maak je een ‘levende’ tipi
- Zet een cirkel uit op een vlakke, onkruidvrije ondergrond in de tuin. Bepaal de plek en breedte van de ingang.
- Graaf om de 60 cm gaten van 60-80 cm diep met een grondboor of schop.
- Snijd de bast van de onderkant van de allerdikste wilgentenen; dat zorgt voor een grotere kans op een groene, levende tipi. Zet de palen in de gaten in de grond en druk ze stevig aan.
- Klim op een ladder en bind de bovenkant van het wilgentenen-frame samen met touw. Vlecht nu dunnere wilgentenen door het frame heen en maak het zo beschut of juist open als je wilt.
Slow living
Een langzamer, eenvoudiger en bewuster leven waarbij je onderzoekt welke waarden voor jou belangrijk zijn – en welke niet (meer). Daar gaat het om bij slow living. Met meer bewustzijn voor de dingen waarvan je blij wordt en die belangrijk voor je zijn. Duurzaamheid, minimaliseren en hergebruik zijn hierbij belangrijke waarden: het gaat om kwaliteit in plaats van kwantiteit, ‘zo goed mogelijk’ in plaats van ‘zo snel mogelijk’. Dat klinkt allemaal prachtig, maar hoe begin je ermee? Dat kan in kleine stappen, door er bijvoorbeeld voor te zorgen dat je minder tijd doorbrengt in je hoofd en meer doet met je handen, zoals tuinieren, breien of haken. In het boek ‘Slow Living’ vind je allerlei creatieve en groene zelfmaak-ideeën om je te inspireren. ‘Slow Living’, Eva Krebbers, € 24,99, uitgeverij Snor | Meer info en bestellen via dewereldvansnor.nl
Meer slow living
CREDITS: TEKST EN FOTOGRAFIE EVA KREBBERS